Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal mattiert

Vertaal mattiert van Duits naar Frans

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

mattiert:
- mat; poudré; opaque; terne; sans éclat

Duits

Uitgebreide vertaling voor mattiert (Duits) in het Frans

mattiert:

mattiert bijvoeglijk naamwoord

mattiert (matt; stumpf; glanzlos)
mat; poudré; opaque; terne; sans éclat
- mat bijvoeglijk naamwoord
- poudré bijvoeglijk naamwoord
- opaque bijvoeglijk naamwoord
- terne bijvoeglijk naamwoord
- sans éclat bijvoeglijk naamwoord
mattiert (glanzlos; beschlagen; matt; grau; stumpf; trüb; dumpf; trübe; farblos)
mat; terne; sans éclat
- mat bijvoeglijk naamwoord
- terne bijvoeglijk naamwoord
- sans éclat bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor mattiert:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mat	beschlagen; dumpf; farblos; glanzlos; grau; matt; mattiert; stumpf; trüb; trübe	beschlagen; bleich; blind; dumm; dumpf; dumpfig; düster; fade; falb; farblos; finster; flau; geschmacklos; glanzlos; grau; graufarbig; greis; hohl; leblos; matt; nicht hell; ohne Geschmack; salzlos; schal; schlaff; schlapp; schwach; schweigend; sprachlos; stumpf; unanimiert; uninteressiert
opaque	glanzlos; matt; mattiert; stumpf	lichtundurchlässig; obskur; unbestimmt; undeutlich; undurchsichtig; unklar; unÜbersichtlich
poudré	glanzlos; matt; mattiert; stumpf
sans éclat	beschlagen; dumpf; farblos; glanzlos; grau; matt; mattiert; stumpf; trüb; trübe
terne	beschlagen; dumpf; farblos; glanzlos; grau; matt; mattiert; stumpf; trüb; trübe	abständlich; albern; anspruchslos; ausgebleicht; bei weitem; beschlagen; betäubt; blaß; bleich; blind; blöd; bösartig; doof; dumm; dumpf; dumpfig; duselig; dösig; düster; einfach; ekelhaft; fade; fahl; falb; farblos; faul; fett; fettig; finster; flau; fleckig; freudlos; geistlos; geisttötend; geschmacklos; glanzlos; glatt; grau; graufarbig; greis; hohl; imHandumdrehen; kindisch; kraftlos; krätzig; kühl; lahm; langweilig; leblos; leicht; lumpig; lustlos; matt; mismutig; mühelos; nicht hell; nicht schwer; ohne Geschmack; räudig; salzlos; schal; schlaff; schlammig; schlampig; schlapp; schlicht; schlottrig; schmierig; schmuddelig; schmutzig; schwach; schweigend; seelenlos; simpel; sprachlos; stinkig; stumpf; stumpfsinnig; trostlos; träge; trübe; unanimiert; unbeseelt; uninteressiert; unordentlich; verkommen; verschlissen; verschossen; welk; widerlich; zurückhaltend

Computer vertaling door derden: