Langsam in het Frans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

langsam:
- lambinant; hésitant; traînant; lambin; traînassant; lent; traînard; indolent; inerte; indolemment; sans zèle
Wiktionary:
- langsam → progressivement, peu à peu, lentement, lent, plan-plan
- langsam → lentement, lent, lente
- langsam → petit à petit, peu à peu

Duits

Uitgebreide vertaling voor langsam (Duits) in het Frans

langsam:

langsam bijvoeglijk naamwoord

langsam (trödelig; träge; schleppend; unschlüssig; zauderhaft; zögernd; unentschlossen)
lambinant; hésitant; traînant; lambin; traînassant
- lambinant bijvoeglijk naamwoord
- hésitant bijvoeglijk naamwoord
- traînant bijvoeglijk naamwoord
- lambin bijvoeglijk naamwoord
- traînassant bijvoeglijk naamwoord
langsam (träge; schwerfällig)
lent; traînard; indolent
- lent bijvoeglijk naamwoord
- traînard bijvoeglijk naamwoord
- indolent bijvoeglijk naamwoord
langsam (müde; faul; schwerfällig; schwül; träge; schlapp; nachlässig; flau; teilnahmslos; arbeitsscheu; trödelig; lässig; matt; schleppend; lustlos; freudlos; denkfaul)
indolent; inerte; traînant; indolemment
- indolent bijvoeglijk naamwoord
- inerte bijvoeglijk naamwoord
- traînant bijvoeglijk naamwoord
- indolemment bijvoeglijk naamwoord
langsam (allmählich)
sans zèle
- sans zèle bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor langsam:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lambin		Bummelant; Drückeberger; Drückebergerin; Faseler; Faselhans; Faulenzer; Faulpelz; Flasche; Lustlosig Person; Müßiggänger; Nachzügler; Nichtsnutz; Nörgler; Quasselstrippe; Salzsack; Taugenichts; Trödelliese; Trödler; Zauderer; gescheiterte Existenz
traînard		Drückeberger; Drückebergerin; Faseler; Faselhans; Faulenzer; Faulpelz; Hinterbliebene; Nachzügler; Nörgler; Quasselstrippe; Salzsack; Trödelliese; Trödler; Zauderer
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hésitant	langsam; schleppend; träge; trödelig; unentschlossen; unschlüssig; zauderhaft; zögernd	fröstelig; instabil; klapprig; schwankend; sich scheuen; unbeständig; unentschieden; unentschlossen; unfest; unschlüssig; unsolide; unzuverlässig; wackelig; wankelmütig; zögern; zögernd
indolemment	arbeitsscheu; denkfaul; faul; flau; freudlos; langsam; lustlos; lässig; matt; müde; nachlässig; schlapp; schleppend; schwerfällig; schwül; teilnahmslos; träge; trödelig	faul; freudlos; lahm; lustlos; matt; schlaff; schlapp; träge
indolent	arbeitsscheu; denkfaul; faul; flau; freudlos; langsam; lustlos; lässig; matt; müde; nachlässig; schlapp; schleppend; schwerfällig; schwül; teilnahmslos; träge; trödelig	arbeitslos; arbeitsscheu; bequem; faul; freudlos; lahm; lasch; lax; lustlos; matt; nichts tund; schlaff; schlapp; träge; untätig
inerte	arbeitsscheu; denkfaul; faul; flau; freudlos; langsam; lustlos; lässig; matt; müde; nachlässig; schlapp; schleppend; schwerfällig; schwül; teilnahmslos; träge; trödelig	bewegungslos; reglos; regungslos; unbeweglich; willenlos
lambin	langsam; schleppend; träge; trödelig; unentschlossen; unschlüssig; zauderhaft; zögernd
lambinant	langsam; schleppend; träge; trödelig; unentschlossen; unschlüssig; zauderhaft; zögernd
lent	langsam; schwerfällig; träge	freudlos; lahm; lustlos; matt; schlaff; schlapp; träge
sans zèle	allmählich; langsam
traînant	arbeitsscheu; denkfaul; faul; flau; freudlos; langsam; lustlos; lässig; matt; müde; nachlässig; schlapp; schleppend; schwerfällig; schwül; teilnahmslos; träge; trödelig; unentschlossen; unschlüssig; zauderhaft; zögernd
traînard	langsam; schwerfällig; träge
traînassant	langsam; schleppend; träge; trödelig; unentschlossen; unschlüssig; zauderhaft; zögernd

Synoniemen voor "langsam":

begriffsstutzig; denkfaul; dösig; stumpfsinnig

Wiktionary: langsam

langsam

adjective

allmählich, in kleinen Schritten voranschreitend
- langsam → progressivement; peu à peu
eine niedrige Geschwindigkeit aufweisend, lange Zeit benötigend
- langsam → lentement; lent

langsam

adjective

Qui n’est pas rapide dans ses mouvements, dans ses actions, qui n’agir pas avec promptitude.
- lent → langsam
(familier, fr) tranquille, sans stress, sans souci.
- plan-plan → langsam; ruhig; sachte

-
- lentement → langsam

adverb

avancer lentement par petites étapes.
- petit à petit → allmählich; langsam; nach und nach
avancer lentement, progressivement, par un progrès presque imperceptible.
- peu à peu → allmählich; langsam; nach und nach

Cross Translation:

From	To	Via
• langsam	→ lent	↔ langzaam — met weinig snelheid
• langsam	→ lent; lente	↔ slow — not quick in motion
• langsam	→ lentement	↔ slowly — At a slow pace

Verwante vertalingen van langsam

Remove Ads

Vertaal langsam van Duits naar Frans

Uitgebreide vertaling voor langsam (Duits) in het Frans

langsam:

langsam bijvoeglijk naamwoord

langsam (trödelig; träge; schleppend; unschlüssig; zauderhaft; zögernd; unentschlossen)

langsam (träge; schwerfällig)

langsam (müde; faul; schwerfällig; schwül; träge; schlapp; nachlässig; flau; teilnahmslos; arbeitsscheu; trödelig; lässig; matt; schleppend; lustlos; freudlos; denkfaul)

langsam (allmählich)

Vertaal Matrix voor langsam:

Synoniemen voor "langsam":

Wiktionary: langsam

Verwante vertalingen van langsam