Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal illusorisch

Vertaal illusorisch van Duits naar Frans

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

illusorisch:
- trompeur; illusoire; fictif; faux; imaginaire; virtuel; frauduleux; chimérique
Wiktionary:
- illusorisch → illusoire

Duits

Uitgebreide vertaling voor illusorisch (Duits) in het Frans

illusorisch:

illusorisch bijvoeglijk naamwoord

illusorisch (eingebildet; trügerisch; unwirklich; fiktiv)
trompeur; illusoire; fictif; faux; imaginaire; virtuel; frauduleux; chimérique
- trompeur bijvoeglijk naamwoord
- illusoire bijvoeglijk naamwoord
- fictif bijvoeglijk naamwoord
- faux bijvoeglijk naamwoord
- imaginaire bijvoeglijk naamwoord
- virtuel bijvoeglijk naamwoord
- frauduleux bijvoeglijk naamwoord
- chimérique bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor illusorisch:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
faux		Falsche; Falsifikation; Fälschung; Imitation; Sense; Verfälschung
trompeur		Betrüger; Heuchler; Hochstapler; Lügenbold; Lügner; Preller; Schwindler
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
virtuel	eingebildet; fiktiv; illusorisch; trügerisch; unwirklich	eingebildet; fiktiv; virtuell
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
frauduleux		betrügerisch
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
chimérique	eingebildet; fiktiv; illusorisch; trügerisch; unwirklich	eingebildet; fiktiv; imaginär; phantastisch
faux	eingebildet; fiktiv; illusorisch; trügerisch; unwirklich	affektiert; arg; bösartig; böse; doppelzüngig; erkünstelt; falsch; fehlerhaft; fingiert; forciert; gekünstelt; gemein; gezwungen; handelen mit schlechten Gedanken; heimtückisch; heuchlerisch; hinterfotzig; hinterhältig; hinterlistig; inakzeptabel; mies; nicht ehrlich; nicht harmonisch; niederträchtig; schief; schlecht; schlimm; schofel; schuftig; schweinisch; schäbig; tückisch; unaufrecht; unaufrichtig; ungenau; unharmonisch; unnatürlich; unrecht; unrichtig; untergeschoben; unwahr; unwahrhaftig; unzutreffend; verkehrt; verlogen; verschmitzt; zornig; zwangsmässig; übel
fictif	eingebildet; fiktiv; illusorisch; trügerisch; unwirklich	eingebildet; erdichtet; falsch; fiktiv; fingiert; gemein; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; imaginär; mies; niederträchtig; phantastisch; schofel; schuftig; schweinisch; schäbig; tückisch
frauduleux	eingebildet; fiktiv; illusorisch; trügerisch; unwirklich	fraudulös; gesetzwidrig; illegal; ungesetzlich; unrechtmäßig; widerrechtlich
illusoire	eingebildet; fiktiv; illusorisch; trügerisch; unwirklich	eingebildet; fiktiv; imaginär; phantastisch
imaginaire	eingebildet; fiktiv; illusorisch; trügerisch; unwirklich	eingebildet; fiktiv; imaginär; phantastisch
trompeur	eingebildet; fiktiv; illusorisch; trügerisch; unwirklich

Synoniemen voor "illusorisch":

absurd; abwegig; illusionär

Wiktionary: illusorisch

Cross Translation:

From	To	Via
• illusorisch	→ illusoire	↔ illusory — illusory