Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal gewöhnlicherweise

Vertaal gewöhnlicherweise van Duits naar Frans

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

gewöhnlicherweise:
- généralement; en général; le plus souvent; normalement; ordinairement; communément

Duits

Uitgebreide vertaling voor gewöhnlicherweise (Duits) in het Frans

gewöhnlicherweise:

gewöhnlicherweise bijvoeglijk naamwoord

gewöhnlicherweise (meistens; hauptsächlich; normalerweise; am meisten)
généralement; en général; le plus souvent; normalement; ordinairement; communément
- généralement bijvoeglijk naamwoord
- en général bijvoeglijk naamwoord
- le plus souvent bijvoeglijk naamwoord
- normalement bijvoeglijk naamwoord
- ordinairement bijvoeglijk naamwoord
- communément bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor gewöhnlicherweise:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
communément	am meisten; gewöhnlicherweise; hauptsächlich; meistens; normalerweise	hauptsächlich; zum größtenteil
en général	am meisten; gewöhnlicherweise; hauptsächlich; meistens; normalerweise	allgemein; gewöhnlich; grundsätzlich; im Großen und Ganzen; in allgemeinen; in der regel; meist; meistens; meistenteils; normalerweise
généralement	am meisten; gewöhnlicherweise; hauptsächlich; meistens; normalerweise	allgemein; gewöhnlich; im Großen und Ganzen; in der regel; meist; meistens; meistenteils
le plus souvent	am meisten; gewöhnlicherweise; hauptsächlich; meistens; normalerweise	hauptsächlich; meist; meistens; meistenteils; zum größtenteil
normalement	am meisten; gewöhnlicherweise; hauptsächlich; meistens; normalerweise	gewöhnlich; hauptsächlich; in der regel; meistens; normalerweise; zum größtenteil
ordinairement	am meisten; gewöhnlicherweise; hauptsächlich; meistens; normalerweise	alltäglich; banal; dürftig; einfach; falsch; fingiert; fühllos; gehässig; gemein; gering; gängig; hauptsächlich; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; kleinlich; landläufig; meist; meistens; meistenteils; mies; niederträchtig; schamlos; schmählich; schofel; schuftig; schweinisch; schäbig; tückisch; verrucht; winzig; zum größtenteil