Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
-
gesellig:
- sociable; familier; intimement; intime; chouette; amusant; agréable; drôle; sympa; aimable; de façon sympathique; marrant; charmant; agréablement; aimablement; engageant; divertissant; de manière amusante; turbulent; enjoué; vive; remuant; joyeux; animé; vif; gai; gaiement; avec vivacité; alerte; avec animation; ambiance; joli; bien; sympathiquement; gentil; gentille; plaisant; mignonne; mignon; chéri; amicalement; chère; cher; gentiment; accueillant; amical; comiquement; comique; rigolo; espiègle; chic; plaisamment; rigolote; plein d'esprit; adorable; attirant; séduisant; alléchant; ravissant; envoûtant; d'une manière charmante; d'une façon charmante; honnête; sympathique; bon; bonhomme; convenable; qui parle en gesticulant; avec enjouement; confortable; facilement; commode; confortablement; facile; commodément; à l'aise; accommodant; douillet
-
Wiktionary:
- gesellig → sociable, fréquenter des gens, voir des gens
Duits
Uitgebreide vertaling voor gesellig (Duits) in het Frans
gesellig:
-
gesellig (umgänglich; unterhaltsam; unterhaltend)
sociable; familier; intimement; intime-
sociable bijvoeglijk naamwoord
-
familier bijvoeglijk naamwoord
-
intimement bijvoeglijk naamwoord
-
intime bijvoeglijk naamwoord
-
-
gesellig (angenehm; schön; toll; spaßig; gemütlich; amüsant; fein; nett; geschmackvoll; vergnüglich; erfreulich; behaglich; herrlich; fabelhaft; vergnügt; entzückend; wohltuend; ergötzlich)
chouette; amusant; agréable; drôle; sympa; aimable; de façon sympathique; marrant; charmant; agréablement; aimablement; engageant; divertissant; de manière amusante-
chouette bijvoeglijk naamwoord
-
amusant bijvoeglijk naamwoord
-
agréable bijvoeglijk naamwoord
-
drôle bijvoeglijk naamwoord
-
sympa bijvoeglijk naamwoord
-
aimable bijvoeglijk naamwoord
-
de façon sympathique bijvoeglijk naamwoord
-
marrant bijvoeglijk naamwoord
-
charmant bijvoeglijk naamwoord
-
agréablement bijvoeglijk naamwoord
-
aimablement bijvoeglijk naamwoord
-
engageant bijvoeglijk naamwoord
-
divertissant bijvoeglijk naamwoord
-
de manière amusante bijvoeglijk naamwoord
-
-
gesellig (geschäftig; lustig; gedrängt; heiter; geräuschvoll; lebendig; fleißig; emsig; lebhaft; munter; eifrig; üppig; flott; vergnüglich; quick; fröhlich; existent; freudvoll; frisch; angeheitert; freudig)
turbulent; enjoué; vive; remuant; joyeux; animé; vif; gai; gaiement; avec vivacité; alerte; avec animation-
turbulent bijvoeglijk naamwoord
-
enjoué bijvoeglijk naamwoord
-
vive bijvoeglijk naamwoord
-
remuant bijvoeglijk naamwoord
-
joyeux bijvoeglijk naamwoord
-
animé bijvoeglijk naamwoord
-
vif bijvoeglijk naamwoord
-
gai bijvoeglijk naamwoord
-
gaiement bijvoeglijk naamwoord
-
avec vivacité bijvoeglijk naamwoord
-
alerte bijvoeglijk naamwoord
-
avec animation bijvoeglijk naamwoord
-
-
gesellig (gemütlich; stimmungsvoll)
-
gesellig (sympathisch; hübsch; schön; nett; süß; freundschaftlich; lieb; attraktiv; prima; freundlich; reizend; fein; angenehm; liebenswürdig; herzlich; gutaussehend; erfreulich)
joli; chouette; sympa; drôle; aimable; bien; sympathiquement; gentil; gentille; plaisant; mignonne; mignon; amusant; gai; chéri; amicalement; aimablement; marrant; chère; cher; gentiment; accueillant; amical-
joli bijvoeglijk naamwoord
-
chouette bijvoeglijk naamwoord
-
sympa bijvoeglijk naamwoord
-
drôle bijvoeglijk naamwoord
-
aimable bijvoeglijk naamwoord
-
bien bijvoeglijk naamwoord
-
sympathiquement bijvoeglijk naamwoord
-
gentil bijvoeglijk naamwoord
-
gentille bijvoeglijk naamwoord
-
plaisant bijvoeglijk naamwoord
-
mignonne bijvoeglijk naamwoord
-
mignon bijvoeglijk naamwoord
-
amusant bijvoeglijk naamwoord
-
gai bijvoeglijk naamwoord
-
chéri bijvoeglijk naamwoord
-
amicalement bijvoeglijk naamwoord
-
aimablement bijvoeglijk naamwoord
-
marrant bijvoeglijk naamwoord
-
chère bijvoeglijk naamwoord
-
cher bijvoeglijk naamwoord
-
gentiment bijvoeglijk naamwoord
-
accueillant bijvoeglijk naamwoord
-
amical bijvoeglijk naamwoord
-
-
gesellig (spaßig; komisch; amüsant; humoristisch; witzig; drollig; lustig; spaßhaft; vergnüglich; angenehm; pfiffig; vergnügt; schelmisch; possierlich; geistreich; ulkig; schalkhaft; possenhaft; fesch)
drôle; plaisant; comiquement; comique; marrant; rigolo; amusant; chouette; gai; sympa; espiègle; chic; plaisamment; rigolote; de manière amusante; divertissant; plein d'esprit-
drôle bijvoeglijk naamwoord
-
plaisant bijvoeglijk naamwoord
-
comiquement bijvoeglijk naamwoord
-
comique bijvoeglijk naamwoord
-
marrant bijvoeglijk naamwoord
-
rigolo bijvoeglijk naamwoord
-
amusant bijvoeglijk naamwoord
-
chouette bijvoeglijk naamwoord
-
gai bijvoeglijk naamwoord
-
sympa bijvoeglijk naamwoord
-
espiègle bijvoeglijk naamwoord
-
chic bijvoeglijk naamwoord
-
plaisamment bijvoeglijk naamwoord
-
rigolote bijvoeglijk naamwoord
-
de manière amusante bijvoeglijk naamwoord
-
divertissant bijvoeglijk naamwoord
-
plein d'esprit bijvoeglijk naamwoord
-
-
gesellig (charmant; freundlich; sympathisch; nett; schön; hübsch; angenehm; lieblich; anmutig; zierlich; entzückend; allerliebst; herzlich; liebenswürdig; reizend; gutartig; niedlich; bezaubernd; freundschaftlich; hold; goldig; herzgewinnend)
gentil; sympa; sympathiquement; plaisant; mignon; charmant; adorable; attirant; séduisant; gentiment; aimable; accueillant; alléchant; ravissant; amical; envoûtant; aimablement; amicalement; d'une manière charmante; d'une façon charmante-
gentil bijvoeglijk naamwoord
-
sympa bijvoeglijk naamwoord
-
sympathiquement bijvoeglijk naamwoord
-
plaisant bijvoeglijk naamwoord
-
mignon bijvoeglijk naamwoord
-
charmant bijvoeglijk naamwoord
-
adorable bijvoeglijk naamwoord
-
attirant bijvoeglijk naamwoord
-
séduisant bijvoeglijk naamwoord
-
gentiment bijvoeglijk naamwoord
-
aimable bijvoeglijk naamwoord
-
accueillant bijvoeglijk naamwoord
-
alléchant bijvoeglijk naamwoord
-
ravissant bijvoeglijk naamwoord
-
amical bijvoeglijk naamwoord
-
envoûtant bijvoeglijk naamwoord
-
aimablement bijvoeglijk naamwoord
-
amicalement bijvoeglijk naamwoord
-
d'une manière charmante bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon charmante bijvoeglijk naamwoord
-
-
gesellig (nett; gefällig; angenehm; liebenswürdig; kameradschaftlich; sympathisch; freundschaftlich; freundlich; gutartig; erfreulich; umgänglich)
plaisant; agréable; honnête; sympathique; bon; de façon sympathique; plaisamment; aimable; bonhomme; convenable; gentil; gentiment; aimablement; agréablement-
plaisant bijvoeglijk naamwoord
-
agréable bijvoeglijk naamwoord
-
honnête bijvoeglijk naamwoord
-
sympathique bijvoeglijk naamwoord
-
bon bijvoeglijk naamwoord
-
de façon sympathique bijvoeglijk naamwoord
-
plaisamment bijvoeglijk naamwoord
-
aimable bijvoeglijk naamwoord
-
bonhomme bijvoeglijk naamwoord
-
convenable bijvoeglijk naamwoord
-
gentil bijvoeglijk naamwoord
-
gentiment bijvoeglijk naamwoord
-
aimablement bijvoeglijk naamwoord
-
agréablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
gesellig (fröhlich; lebendig; lustig; ausgelassen; emsig; heiter; keck; lebhaft; angeregt; vergnüglich; munter; eifrig; quick; wohlgemut)
animé; qui parle en gesticulant; avec animation; avec vivacité; avec enjouement-
animé bijvoeglijk naamwoord
-
qui parle en gesticulant bijvoeglijk naamwoord
-
avec animation bijvoeglijk naamwoord
-
avec vivacité bijvoeglijk naamwoord
-
avec enjouement bijvoeglijk naamwoord
-
-
gesellig (bequem; komfortabel; gemütlich; gemächlich; angenehm; behaglich; bequemlich; schön; einfach; häuslich; vergnüglich; leicht; glatt; wohltuend; simpel)
confortable; agréable; facilement; commode; confortablement; plaisant; plaisamment; facile; agréablement; commodément-
confortable bijvoeglijk naamwoord
-
agréable bijvoeglijk naamwoord
-
facilement bijwoord
-
commode bijvoeglijk naamwoord
-
confortablement bijvoeglijk naamwoord
-
plaisant bijvoeglijk naamwoord
-
plaisamment bijvoeglijk naamwoord
-
facile bijvoeglijk naamwoord
-
agréablement bijvoeglijk naamwoord
-
commodément bijvoeglijk naamwoord
-
-
gesellig (vergnüglich; angenehm; gemütlich; schön; wohltuend; behaglich; stimmungsvoll)
plaisant; plaisamment; intime; confortable; agréable; familier; agréablement; à l'aise; intimement; confortablement-
plaisant bijvoeglijk naamwoord
-
plaisamment bijvoeglijk naamwoord
-
intime bijvoeglijk naamwoord
-
confortable bijvoeglijk naamwoord
-
agréable bijvoeglijk naamwoord
-
familier bijvoeglijk naamwoord
-
agréablement bijvoeglijk naamwoord
-
à l'aise bijvoeglijk naamwoord
-
intimement bijvoeglijk naamwoord
-
confortablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
gesellig (sympathisch; angenehm; freundlich; wohltuend)
-
gesellig (gemütlich; heimlich; angenehm; häuslich; behaglich; vergnüglich)
intime; intimement; agréable; confortable; agréablement; familier; accommodant; confortablement-
intime bijvoeglijk naamwoord
-
intimement bijvoeglijk naamwoord
-
agréable bijvoeglijk naamwoord
-
confortable bijvoeglijk naamwoord
-
agréablement bijvoeglijk naamwoord
-
familier bijvoeglijk naamwoord
-
accommodant bijvoeglijk naamwoord
-
confortablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
gesellig (angenehm; gemütlich; komfortabel; kuschelig; wohltuend; behaglich)
confortable; agréable; douillet; à l'aise; agréablement; confortablement-
confortable bijvoeglijk naamwoord
-
agréable bijvoeglijk naamwoord
-
douillet bijvoeglijk naamwoord
-
à l'aise bijvoeglijk naamwoord
-
agréablement bijvoeglijk naamwoord
-
confortablement bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gesellig:
Synoniemen voor "gesellig":
Wiktionary: gesellig
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gesellig | → sociable | ↔ gregarious — of a person who enjoys being in crowds |
• gesellig | → sociable | ↔ sociable — tending to socialize or be social; friendly; inviting; congenial |
• gesellig | → fréquenter des gens; voir des gens | ↔ socialize — to interact with others |
Computer vertaling door derden: