Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
- geneigt:
- neigen:
-
Wiktionary:
- geneigt → enclin
- geneigt → enclin, prédisposé
- neigen → avoir tendance, tendre, être enclin, incliner, pencher, s’incliner, toucher
- neigen → enclin
- neigen → incliner, pencher
Duits
Uitgebreide vertaling voor geneigt (Duits) in het Frans
geneigt:
-
geneigt
de l'intention-
de l'intention bijvoeglijk naamwoord
-
-
geneigt
-
geneigt (bereit; zugetan)
disposé; bien disposé; prêt; enclin; bienveillant; avec bienveillance; favorable-
disposé bijvoeglijk naamwoord
-
bien disposé bijvoeglijk naamwoord
-
prêt bijvoeglijk naamwoord
-
enclin bijvoeglijk naamwoord
-
bienveillant bijvoeglijk naamwoord
-
avec bienveillance bijvoeglijk naamwoord
-
favorable bijvoeglijk naamwoord
-
-
geneigt (einsatzbereit; klar; bereit; parat)
disposé; serviable; complaisant; obligeant-
disposé bijvoeglijk naamwoord
-
serviable bijvoeglijk naamwoord
-
complaisant bijvoeglijk naamwoord
-
obligeant bijvoeglijk naamwoord
-
-
geneigt (vorüber gebogen; gebogen; gewölbt; gewunden; verneigt; gekrümmt)
Vertaal Matrix voor geneigt:
Synoniemen voor "geneigt":
geneigt vorm van neigen:
-
neigen (tendieren)
-
neigen (sich nach vorne beugen; überhängen; sich neigen)
-
neigen (scheren)
Conjugations for neigen:
Präsens
- neige
- neigst
- neigt
- neigen
- neigt
- neigen
Imperfekt
- neigte
- neigtest
- neigte
- neigten
- neigtet
- neigten
Perfekt
- habe geneigt
- hast geneigt
- hat geneigt
- haben geneigt
- habt geneigt
- haben geneigt
1. Konjunktiv [1]
- neige
- neigest
- neige
- neigen
- neiget
- neigen
2. Konjunktiv
- neigte
- neigtest
- neigte
- neigten
- neigtet
- neigten
Futur 1
- werde neigen
- wirst neigen
- wird neigen
- werden neigen
- werdet neigen
- werden neigen
1. Konjunktiv [2]
- würde neigen
- würdest neigen
- würde neigen
- würden neigen
- würdet neigen
- würden neigen
Diverses
- neig!
- neigt!
- neigen Sie!
- geneigt
- neigend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor neigen:
Synoniemen voor "neigen":
Wiktionary: neigen
neigen
Cross Translation:
verb
neigen
-
(Verhalten) eine Veranlagung zu etwas zeigen
- neigen → avoir tendance; tendre; être enclin
-
in Schräglage versetzen; schräg machen
-
in Schräglage geraten; schräg werden
- neigen → s’incliner; pencher
adjective
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• neigen | → incliner; pencher | ↔ slant — to lean, slope or incline |