Duits
Uitgebreide vertaling voor gemäßigt (Duits) in het Frans
gemäßigt:
-
gemäßigt (moderat; maßvoll)
tempéré; modéré; avec modération; retenu; réservé-
tempéré bijvoeglijk naamwoord
-
modéré bijvoeglijk naamwoord
-
avec modération bijvoeglijk naamwoord
-
retenu bijvoeglijk naamwoord
-
réservé bijvoeglijk naamwoord
-
-
gemäßigt (moderat; maßvoll)
modéré; tempéré; avec modération-
modéré bijvoeglijk naamwoord
-
tempéré bijvoeglijk naamwoord
-
avec modération bijvoeglijk naamwoord
-
-
gemäßigt (schlicht; gemütlich; einfach; sittsam; bedeckt)
modeste; simple; sobre; modestement; retenu; discret; modéré; réservé; gravement; sobrement; avec modération-
modeste bijvoeglijk naamwoord
-
simple bijvoeglijk naamwoord
-
sobre bijvoeglijk naamwoord
-
modestement bijvoeglijk naamwoord
-
retenu bijvoeglijk naamwoord
-
discret bijvoeglijk naamwoord
-
modéré bijvoeglijk naamwoord
-
réservé bijvoeglijk naamwoord
-
gravement bijvoeglijk naamwoord
-
sobrement bijvoeglijk naamwoord
-
avec modération bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gemäßigt:
Synoniemen voor "gemäßigt":
gemäßigt vorm van mäßigen:
-
mäßigen (zurückdrehen; rückgängig machen; zurückschicken; reduzieren; verringern; einschränken; schmälern; zurücksenden; zurückschrauben)
annuler; tourner en sens contraire; faire tourner dans le sens opposé; faire marche arrière-
annuler werkwoord (annule, annules, annulons, annulez, annulent, annulais, annulait, annulions, annuliez, annulaient, annulai, annulas, annula, annulâmes, annulâtes, annulèrent, annulerai, annuleras, annulera, annulerons, annulerez, annuleront)
-
tourner en sens contraire werkwoord
-
faire tourner dans le sens opposé werkwoord
-
faire marche arrière werkwoord
-
-
mäßigen
modérer; tempérer-
modérer werkwoord (modère, modères, modérons, modérez, modèrent, modérais, modérait, modérions, modériez, modéraient, modérai, modéras, modéra, modérâmes, modérâtes, modérèrent, modérerai, modéreras, modérera, modérerons, modérerez, modéreront)
-
tempérer werkwoord (tempère, tempères, tempérons, tempérez, tempèrent, tempérais, tempérait, tempérions, tempériez, tempéraient, tempérai, tempéras, tempéra, tempérâmes, tempérâtes, tempérèrent, tempérerai, tempéreras, tempérera, tempérerons, tempérerez, tempéreront)
-
Conjugations for mäßigen:
Präsens
- mäßige
- mäßigst
- mäßigt
- mäßigen
- mäßigt
- mäßigen
Imperfekt
- mäßigte
- mäßigtest
- mäßigte
- mäßigten
- mäßigtet
- mäßigten
Perfekt
- habe gemäßigt
- hast gemäßigt
- hat gemäßigt
- haben gemäßigt
- habt gemäßigt
- haben gemäßigt
1. Konjunktiv [1]
- mäßige
- mäßigest
- mäßige
- mäßigen
- mäßiget
- mäßigen
2. Konjunktiv
- mäßigte
- mäßigtest
- mäßigte
- mäßigten
- mäßigtet
- mäßigten
Futur 1
- werde mäßigen
- wirst mäßigen
- wird mäßigen
- werden mäßigen
- werdet mäßigen
- werden mäßigen
1. Konjunktiv [2]
- würde mäßigen
- würdest mäßigen
- würde mäßigen
- würden mäßigen
- würdet mäßigen
- würden mäßigen
Diverses
- mäßig!
- mäßigt!
- mäßigen Sie!
- gemäßigt
- mäßigend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie