Duits
Uitgebreide vertaling voor frischgebacken (Duits) in het Frans
frischgebacken:
-
frischgebacken (frisch; neugebacken)
frais; fraîchement; frais émoulu-
frais bijvoeglijk naamwoord
-
fraîchement bijvoeglijk naamwoord
-
frais émoulu bijvoeglijk naamwoord
-
-
frischgebacken (frisch; neugebacken; grün)
frais; fraîchement; de fraîche date-
frais bijvoeglijk naamwoord
-
fraîchement bijvoeglijk naamwoord
-
de fraîche date bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor frischgebacken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
frais | Abkühlung; Ausgabe; Auslagen; Belastung; Einfuhrzoll; Erkaltung; Gebühr; Gebührenerhebung; Geldausgabe; Kosten; Spesen; Steuer; Taxe; Unkosten | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
de fraîche date | frisch; frischgebacken; grün; neugebacken | |
frais | frisch; frischgebacken; grün; neugebacken | frisch; frisch geschlachtet; frostig; gekühlt; kalt; kühl; neue; nüchtern; reserviert; ziemlich kalt |
frais émoulu | frisch; frischgebacken; neugebacken | |
fraîchement | frisch; frischgebacken; grün; neugebacken | frisch; kühl; nüchtern; reserviert |
Computer vertaling door derden: