Duits
Uitgebreide vertaling voor faktisch (Duits) in het Frans
faktisch:
-
faktisch (wirklich; grundsätzlich; wahrhaftig; wesentlich; sachlich; effektiv; essentiell; grundlegend)
à vrai dire; réellement; en fait; au fond; en vérité; réel; foncièrement; en réalité; proprement dit-
à vrai dire bijvoeglijk naamwoord
-
réellement bijvoeglijk naamwoord
-
en fait bijvoeglijk naamwoord
-
au fond bijvoeglijk naamwoord
-
en vérité bijvoeglijk naamwoord
-
réel bijvoeglijk naamwoord
-
foncièrement bijvoeglijk naamwoord
-
en réalité bijvoeglijk naamwoord
-
proprement dit bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor faktisch:
Synoniemen voor "faktisch":
Wiktionary: faktisch
faktisch
adjective
faktisch
-
im Hinblick auf die Fakten, in der Art und Weise der Fakten, in Wirklichkeit, tatsächlich, wahrheitsgemäß, wirklich
- faktisch → effectif
adjective
-
Qui est réellement et de fait, qui produit un résultat réel.