Duits
Uitgebreide vertaling voor faßlich (Duits) in het Frans
faßlich:
-
faßlich (begreiflich; verständlich; deutlich)
compréhensible; clair; intelligible; clairement; de façon intelligible; généralement compréhensible; d'une façon compréhensible-
compréhensible bijvoeglijk naamwoord
-
clair bijvoeglijk naamwoord
-
intelligible bijvoeglijk naamwoord
-
clairement bijvoeglijk naamwoord
-
de façon intelligible bijvoeglijk naamwoord
-
généralement compréhensible bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon compréhensible bijvoeglijk naamwoord
-
-
faßlich (begreiflich; deutlich; verständlich; gemeinverständlich)
clair; clairement; compréhensible; concevable; intelligible; généralement compréhensible; d'une façon compréhensible; de façon intelligible-
clair bijvoeglijk naamwoord
-
clairement bijvoeglijk naamwoord
-
compréhensible bijvoeglijk naamwoord
-
concevable bijvoeglijk naamwoord
-
intelligible bijvoeglijk naamwoord
-
généralement compréhensible bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon compréhensible bijvoeglijk naamwoord
-
de façon intelligible bijvoeglijk naamwoord
-