Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
-
eigen:
- de sang; précis; consciencieusement; exact; soigneusement; vigilant; minutieusement; scrupuleusement; soigné; consciencieux; soigneux; minutieux; scrupuleux; caractéristique; typique; typiquement; spécifique; particulier; propre; représentatif; distinctif; descriptif; bizarre; curieux; étranger; étrange; drôle; fou; dingue; sot; particulièrement; singulier; curieuse; étrangement; bizarrement; singulière; spécial; capricieux; excentrique; singulièrement; fantasque; à part; baroque; d'une manière baroque; exactement; méticuleux; méticuleusement; en détail; avec précision; d'une finesse vaporeuse; privé
-
Wiktionary:
- eigen → particulier, propre, indépendant
- eigen → propre
Duits
Uitgebreide vertaling voor eigen (Duits) in het Frans
eigen:
-
eigen (leiblich)
-
eigen (akkurat; genau; pünktlich; sorgfältig; sicher; gewissenhaft; eingehend)
précis; consciencieusement; exact; soigneusement; vigilant; minutieusement; scrupuleusement; soigné; consciencieux; soigneux; minutieux; scrupuleux-
précis bijvoeglijk naamwoord
-
consciencieusement bijvoeglijk naamwoord
-
exact bijvoeglijk naamwoord
-
soigneusement bijvoeglijk naamwoord
-
vigilant bijvoeglijk naamwoord
-
minutieusement bijvoeglijk naamwoord
-
scrupuleusement bijvoeglijk naamwoord
-
soigné bijvoeglijk naamwoord
-
consciencieux bijvoeglijk naamwoord
-
soigneux bijvoeglijk naamwoord
-
minutieux bijvoeglijk naamwoord
-
scrupuleux bijvoeglijk naamwoord
-
-
eigen (charakteristisch; typisch; charakterisierend; kennzeichnend; bezeichnend; eigenartig; einheimisch; spezifisch; treffend; eigentümlich)
caractéristique; typique; typiquement; spécifique; particulier; propre; représentatif; distinctif; descriptif-
caractéristique bijvoeglijk naamwoord
-
typique bijvoeglijk naamwoord
-
typiquement bijvoeglijk naamwoord
-
spécifique bijvoeglijk naamwoord
-
particulier bijvoeglijk naamwoord
-
propre bijvoeglijk naamwoord
-
représentatif bijvoeglijk naamwoord
-
distinctif bijvoeglijk naamwoord
-
descriptif bijvoeglijk naamwoord
-
-
eigen (merkwürdig; eigenartig; komisch; wunderlich; irrsinnig; irre; lächerlich; kurios; gediegen; seltsam)
bizarre; curieux; étranger; étrange; drôle; fou; dingue; particulier; sot; particulièrement; singulier; curieuse; étrangement; bizarrement; singulière-
bizarre bijvoeglijk naamwoord
-
curieux bijvoeglijk naamwoord
-
étranger bijvoeglijk naamwoord
-
étrange bijvoeglijk naamwoord
-
drôle bijvoeglijk naamwoord
-
fou bijvoeglijk naamwoord
-
dingue bijvoeglijk naamwoord
-
particulier bijvoeglijk naamwoord
-
sot bijvoeglijk naamwoord
-
particulièrement bijvoeglijk naamwoord
-
singulier bijvoeglijk naamwoord
-
curieuse bijvoeglijk naamwoord
-
étrangement bijvoeglijk naamwoord
-
bizarrement bijvoeglijk naamwoord
-
singulière bijvoeglijk naamwoord
-
-
eigen (sonderbar; besonder; ungewöhnlich; eigenartig; fremd; bizarr; merkwürdig; eigentümlich; wunderlich; kurios; fremdartig; seltsam; absonderlich)
bizarre; caractéristique; spécial; particulier; curieux; particulièrement; bizarrement; capricieux; dingue; excentrique; drôle; singulier; singulièrement; fantasque; fou; spécifique; typique; curieuse; singulière; étranger; étrange; sot; à part; représentatif; étrangement; baroque; typiquement; d'une manière baroque-
bizarre bijvoeglijk naamwoord
-
caractéristique bijvoeglijk naamwoord
-
spécial bijvoeglijk naamwoord
-
particulier bijvoeglijk naamwoord
-
curieux bijvoeglijk naamwoord
-
particulièrement bijvoeglijk naamwoord
-
bizarrement bijvoeglijk naamwoord
-
capricieux bijvoeglijk naamwoord
-
dingue bijvoeglijk naamwoord
-
excentrique bijvoeglijk naamwoord
-
drôle bijvoeglijk naamwoord
-
singulier bijvoeglijk naamwoord
-
singulièrement bijvoeglijk naamwoord
-
fantasque bijvoeglijk naamwoord
-
fou bijvoeglijk naamwoord
-
spécifique bijvoeglijk naamwoord
-
typique bijvoeglijk naamwoord
-
curieuse bijvoeglijk naamwoord
-
singulière bijvoeglijk naamwoord
-
étranger bijvoeglijk naamwoord
-
étrange bijvoeglijk naamwoord
-
sot bijvoeglijk naamwoord
-
à part bijvoeglijk naamwoord
-
représentatif bijvoeglijk naamwoord
-
étrangement bijvoeglijk naamwoord
-
baroque bijvoeglijk naamwoord
-
typiquement bijvoeglijk naamwoord
-
d'une manière baroque bijvoeglijk naamwoord
-
-
eigen (merkwürdig; komisch; fremd; eigenartig; besonder; extravagant; sonderbar; eigentümlich; exzentrisch; absonderlich; fremdartig)
bizarre; curieux; excentrique; étranger; drôle; dingue; étrange; singulièrement; singulier; typique-
bizarre bijvoeglijk naamwoord
-
curieux bijvoeglijk naamwoord
-
excentrique bijvoeglijk naamwoord
-
étranger bijvoeglijk naamwoord
-
drôle bijvoeglijk naamwoord
-
dingue bijvoeglijk naamwoord
-
étrange bijvoeglijk naamwoord
-
singulièrement bijvoeglijk naamwoord
-
singulier bijvoeglijk naamwoord
-
typique bijvoeglijk naamwoord
-
-
eigen (haarfein; genau; korrekt; knapp; pünktlich; sorgfältig; treffend; strikt; hauchdünn; akkurat; hauchzart; geleckt; haargenau; hauchfein; tipp-topp; haarscharf; haarklein; piekfein)
exact; précis; consciencieux; exactement; méticuleux; minutieux; minutieusement; méticuleusement; consciencieusement; en détail; avec précision; d'une finesse vaporeuse-
exact bijvoeglijk naamwoord
-
précis bijvoeglijk naamwoord
-
consciencieux bijvoeglijk naamwoord
-
exactement bijvoeglijk naamwoord
-
méticuleux bijvoeglijk naamwoord
-
minutieux bijvoeglijk naamwoord
-
minutieusement bijvoeglijk naamwoord
-
méticuleusement bijvoeglijk naamwoord
-
consciencieusement bijvoeglijk naamwoord
-
en détail bijvoeglijk naamwoord
-
avec précision bijvoeglijk naamwoord
-
d'une finesse vaporeuse bijvoeglijk naamwoord
-
-
eigen
Vertaal Matrix voor eigen:
Synoniemen voor "eigen":
Wiktionary: eigen
eigen
Cross Translation:
adjective
eigen
-
abweichend von anderen, auffällig
- eigen → particulier
-
jemandem zugehörig, jemandem selbst gehörend
- eigen → propre
adjective
-
Qui est libre de toute dépendance.
-
Personnel
-
Qui appartenir exclusivement à une personne ou à une chose.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• eigen | → propre | ↔ proper — belonging to oneself or itself, own |