Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
- bewandert:
-
Wiktionary:
- bewandert → bien informé, rompu, expérimenté, qualifié, spécialisé
- bewandert → caler
- bewandert → compétent
Duits
Uitgebreide vertaling voor bewandert (Duits) in het Frans
bewandert:
-
bewandert (unermüdlich; rastlos; eifrig; emsig)
assidu; infatigable; bûcheur; avec zèle; laborieux; zélé; avec application-
assidu bijvoeglijk naamwoord
-
infatigable bijvoeglijk naamwoord
-
bûcheur bijvoeglijk naamwoord
-
avec zèle bijvoeglijk naamwoord
-
laborieux bijvoeglijk naamwoord
-
zélé bijvoeglijk naamwoord
-
avec application bijvoeglijk naamwoord
-
-
bewandert (kundig; geübt; erfahren; geschult; fachmännisch; tüchtig; sachverständig)
capable; entraîné; compétent; habile; exercé; adroitement; apte; adroit; habilement-
capable bijvoeglijk naamwoord
-
entraîné bijvoeglijk naamwoord
-
compétent bijvoeglijk naamwoord
-
habile bijvoeglijk naamwoord
-
exercé bijvoeglijk naamwoord
-
adroitement bijvoeglijk naamwoord
-
apte bijvoeglijk naamwoord
-
adroit bijvoeglijk naamwoord
-
habilement bijvoeglijk naamwoord
-
-
bewandert (erfahren; qualifiziert; geübt; gewandt; geschult; routiniert)
expérimenté; qualifié; entraîné; habile-
expérimenté bijvoeglijk naamwoord
-
qualifié bijvoeglijk naamwoord
-
entraîné bijvoeglijk naamwoord
-
habile bijvoeglijk naamwoord
-
-
bewandert (erfahren; gewandt; geübt; geschult; qualifiziert)
expérimenté; qualifié; expert-
expérimenté bijvoeglijk naamwoord
-
qualifié bijvoeglijk naamwoord
-
expert bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor bewandert:
Synoniemen voor "bewandert":
Wiktionary: bewandert
bewandert
Cross Translation:
adjective
bewandert
-
erfahren, Kenntnisse über ein bestimmtes Wissensgebiet besitzend
- bewandert → bien informé; rompu; expérimenté; qualifié; spécialisé
verb
-
(France) (Argot) Comprendre (piger).
- caler → bewandert; beschlagen; hoch
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bewandert | → compétent | ↔ proficient — skilled |