Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
- bevollmächtigen:
-
Wiktionary:
- bevollmächtigen → accréditer, autoriser
- bevollmächtigen → autoriser
Duits
Uitgebreide vertaling voor bevollmächtigten (Duits) in het Frans
bevollmächtigen:
bevollmächtigen werkwoord (bevollmächtige, bevollmächtigst, bevollmächtigt, bevollmächtigte, bevollmächtigtet, bevollmächtigt)
-
bevollmächtigen (ermächtigen)
mandater; autoriser; donner mandat à; donner pouvoir de-
mandater werkwoord (mandate, mandates, mandatons, mandatez, mandatent, mandatais, mandatait, mandations, mandatiez, mandataient, mandatai, mandatas, mandata, mandatâmes, mandatâtes, mandatèrent, mandaterai, mandateras, mandatera, mandaterons, mandaterez, mandateront)
-
autoriser werkwoord (autorise, autorises, autorisons, autorisez, autorisent, autorisais, autorisait, autorisions, autorisiez, autorisaient, autorisai, autorisas, autorisa, autorisâmes, autorisâtes, autorisèrent, autoriserai, autoriseras, autorisera, autoriserons, autoriserez, autoriseront)
-
donner mandat à werkwoord
-
donner pouvoir de werkwoord
-
-
bevollmächtigen (ermächtigen)
autoriser; mandater; donner plein pouvoir à-
autoriser werkwoord (autorise, autorises, autorisons, autorisez, autorisent, autorisais, autorisait, autorisions, autorisiez, autorisaient, autorisai, autorisas, autorisa, autorisâmes, autorisâtes, autorisèrent, autoriserai, autoriseras, autorisera, autoriserons, autoriserez, autoriseront)
-
mandater werkwoord (mandate, mandates, mandatons, mandatez, mandatent, mandatais, mandatait, mandations, mandatiez, mandataient, mandatai, mandatas, mandata, mandatâmes, mandatâtes, mandatèrent, mandaterai, mandateras, mandatera, mandaterons, mandaterez, mandateront)
-
donner plein pouvoir à werkwoord
-
Conjugations for bevollmächtigen:
Präsens
- bevollmächtige
- bevollmächtigst
- bevollmächtigt
- bevollmächtigen
- bevollmächtigt
- bevollmächtigen
Imperfekt
- bevollmächtigte
- bevollmächtigtest
- bevollmächtigte
- bevollmächtigten
- bevollmächtigtet
- bevollmächtigten
Perfekt
- habe bevollmächtigt
- hast bevollmächtigt
- hat bevollmächtigt
- haben bevollmächtigt
- habt bevollmächtigt
- haben bevollmächtigt
1. Konjunktiv [1]
- bevollmächtige
- bevollmächtigest
- bevollmächtige
- bevollmächtigen
- bevollmächtiget
- bevollmächtigen
2. Konjunktiv
- bevollmächtigte
- bevollmächtigtest
- bevollmächtigte
- bevollmächtigten
- bevollmächtigtet
- bevollmächtigten
Futur 1
- werde bevollmächtigen
- wirst bevollmächtigen
- wird bevollmächtigen
- werden bevollmächtigen
- werdet bevollmächtigen
- werden bevollmächtigen
1. Konjunktiv [2]
- würde bevollmächtigen
- würdest bevollmächtigen
- würde bevollmächtigen
- würden bevollmächtigen
- würdet bevollmächtigen
- würden bevollmächtigen
Diverses
- bevollmächtig!
- bevollmächtigt!
- bevollmächtigen Sie!
- bevollmächtigt
- bevollmächtigend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor bevollmächtigen:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| autoriser | bevollmächtigen; ermächtigen | ausstellen; austeilen; autorisieren; beipflichten; bekräftigen; bewilligen; dulden; eingehen; eingestehen; einlassen; einlenken; einräumen; einsehen; einweisen; einwilligen; entbinden; entgegenkommen; entschuldigen; erlauben; ewähren; freilassen; genehmigen; gestatten; gestehen; gewähren; gutheißen; gönnen; hereinlassen; hineinlassen; hinterlassen; lassen; leiden; vergönnen; vorlassen; zuerkennen; zugeben; zugestehen; zulassen; zustimmen; zuweisen |
| donner mandat à | bevollmächtigen; ermächtigen | |
| donner plein pouvoir à | bevollmächtigen; ermächtigen | |
| donner pouvoir de | bevollmächtigen; ermächtigen | |
| mandater | bevollmächtigen; ermächtigen |
Synoniemen voor "bevollmächtigen":
Wiktionary: bevollmächtigen
bevollmächtigen
Cross Translation:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • bevollmächtigen | → autoriser | ↔ empower — to give permission to |