Duits

Uitgebreide vertaling voor beschimpen (Duits) in het Frans

beschimpen:

beschimpen werkwoord

  1. beschimpen
    insulter; invectiver; avoir à redire à; injurier; vitupérer; trouver à redire à
    • insulter werkwoord (insulte, insultes, insultons, insultez, )
    • invectiver werkwoord (invective, invectives, invectivons, invectivez, )
    • avoir à redire à werkwoord
    • injurier werkwoord (injurie, injuries, injurions, injuriez, )
    • vitupérer werkwoord (vitupère, vitupères, vitupérons, vitupérez, )

Vertaal Matrix voor beschimpen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avoir à redire à beschimpen
injurier beschimpen ausfahren; ausschimpfen; benachteiligen; beschimpfen; brüllen; düpieren; fluchen; keifen; kränken; meckern; quetschen; rasen; schaden; schelten; schimpfen; schädigen; sichverwunden; toben; tosen; verletzen; verwunden; wettern; wüten
insulter beschimpen ausfahren; ausschimpfen; beleidigen; beschimpfen; brüllen; düpieren; fluchen; keifen; kränken; lästern; meckern; rasen; schelten; schimpfen; schimpfen auf; schmähen; spotten; toben; tosen; verhöhnen; verletzen; verspotten; verächtlich oder hönisch reden von; wettern; wüten
invectiver beschimpen ausschimpfen; beschimpfen
trouver à redire à beschimpen
vitupérer beschimpen anprangern; beanstanden; bemäkeln; bemängeln; bestrafen; blamieren; entgegenhalten; entnehmen; ermahnen; fortführen; fortschaffen; hinhalten; hinterhertragen; kritisieren; nachtragen; rügen; schelten; schätzen; tadeln; verketzern; verleumden; verteufeln; verweisen; vorhalten; vorrücken; vorwerfen; wegschaffen; zurechtweisen