Duits
Uitgebreide vertaling voor bereisen (Duits) in het Frans
bereisen:
-
bereisen
parcourir; voyager; faire le tour de-
parcourir werkwoord (parcours, parcourt, parcourons, parcourez, parcourent, parcourais, parcourait, parcourions, parcouriez, parcouraient, parcourus, parcourut, parcourûmes, parcourûtes, parcoururent, parcourrai, parcourras, parcourra, parcourrons, parcourrez, parcourront)
-
voyager werkwoord (voyage, voyages, voyageons, voyagez, voyagent, voyageais, voyageait, voyagions, voyagiez, voyageaient, voyageai, voyageas, voyagea, voyageâmes, voyageâtes, voyagèrent, voyagerai, voyageras, voyagera, voyagerons, voyagerez, voyageront)
-
faire le tour de werkwoord
-
Conjugations for bereisen:
Präsens
- bereise
- bereist
- bereist
- bereisen
- bereist
- bereisen
Imperfekt
- bereiste
- bereistest
- bereiste
- bereisten
- bereistet
- bereisten
Perfekt
- habe bereist
- hast bereist
- hat bereist
- haben bereist
- habt bereist
- haben bereist
1. Konjunktiv [1]
- bereise
- bereisest
- bereise
- bereisen
- bereiset
- bereisen
2. Konjunktiv
- bereiste
- bereistest
- bereiste
- bereisten
- bereistet
- bereisten
Futur 1
- werde bereisen
- wirst bereisen
- wird bereisen
- werden bereisen
- werdet bereisen
- werden bereisen
1. Konjunktiv [2]
- würde bereisen
- würdest bereisen
- würde bereisen
- würden bereisen
- würdet bereisen
- würden bereisen
Diverses
- bereis!
- bereist!
- bereisen Sie!
- bereist
- bereisend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor bereisen:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| faire le tour de | bereisen | bummeln; herumfahren; herumschlendern; herumspazieren; herumstreifen; herumstreunen; herumwandern; herumziehen; schlendern; streunen; umherschlendern; umherschweifen; umherziehen |
| parcourir | bereisen | ablegen; browsen; durchblättern; durchfahren; durchfliegen; durchreisen; durchsehen; durchsuchen; einsehen; examinieren; herumreisen; hindurchreisen; hineinsehen; inspizieren; kontrollieren; mustern; prüfen; reisen; umherreisen; zurücklegen; überfliegen |
| voyager | bereisen | herumreisen; herumwandern; herumziehen; reisen; umherreisen; umherziehen |
Computer vertaling door derden: