Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
-
beliebt:
- populaire; célèbre; fameux; désiré; couvert de lauriers; célébré; aimé; renommé; en vogue; chéri; voulu; illustre; cher; vanté; estimé; loué; favori; préféré; le plus en vogue; le plus demandé; le plus voulu; chère; bien aimé; affectueux; avec affection; affectionné; dévoué à; recherché; apprécié; demandé; cherché; désirable
- belieben:
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor beliebt (Duits) in het Frans
beliebt:
-
beliebt (berühmt; populär; gefeiert; mit Loorbeeren geschmückt; gewollt; gepriesen; gerühmt; gerngesehen; namhaft; allbekannt)
populaire; célèbre; fameux; désiré; couvert de lauriers; célébré; aimé; renommé; en vogue; chéri; voulu; illustre; cher; vanté; estimé; loué-
populaire bijvoeglijk naamwoord
-
célèbre bijvoeglijk naamwoord
-
fameux bijvoeglijk naamwoord
-
désiré bijvoeglijk naamwoord
-
couvert de lauriers bijvoeglijk naamwoord
-
célébré bijvoeglijk naamwoord
-
aimé bijvoeglijk naamwoord
-
renommé bijvoeglijk naamwoord
-
en vogue bijvoeglijk naamwoord
-
chéri bijvoeglijk naamwoord
-
voulu bijvoeglijk naamwoord
-
illustre bijvoeglijk naamwoord
-
cher bijvoeglijk naamwoord
-
vanté bijvoeglijk naamwoord
-
estimé bijvoeglijk naamwoord
-
loué bijvoeglijk naamwoord
-
-
beliebt (bevorzugt; geliebt; gewollt; gesucht; angenehm; gefragt)
favori; préféré; le plus en vogue; le plus demandé; le plus voulu-
favori bijvoeglijk naamwoord
-
préféré bijvoeglijk naamwoord
-
le plus en vogue bijvoeglijk naamwoord
-
le plus demandé bijvoeglijk naamwoord
-
le plus voulu bijvoeglijk naamwoord
-
-
beliebt (geliebt; populär; gerngesehen)
chéri; chère; bien aimé; cher; en vogue; affectueux; avec affection; affectionné; populaire; favori; dévoué à; recherché-
chéri bijvoeglijk naamwoord
-
chère bijvoeglijk naamwoord
-
bien aimé bijvoeglijk naamwoord
-
cher bijvoeglijk naamwoord
-
en vogue bijvoeglijk naamwoord
-
affectueux bijvoeglijk naamwoord
-
avec affection bijvoeglijk naamwoord
-
affectionné bijvoeglijk naamwoord
-
populaire bijvoeglijk naamwoord
-
favori bijvoeglijk naamwoord
-
dévoué à bijvoeglijk naamwoord
-
recherché bijvoeglijk naamwoord
-
-
beliebt (geschätzt; in hohem Ansehen)
-
beliebt (gefragt; gewünscht; gewollt; populär; gerngesehen)
-
beliebt
-
beliebt (gesucht; gewünscht; populär; gewollt; gerngesehen; gefragt; geliebt)
-
beliebt (begehrenswert; populär; gesucht; gewünscht; gefragt; gewollt)
Vertaal Matrix voor beliebt:
Synoniemen voor "beliebt":
belieben:
-
belieben (gutdünken; gefallen; belustigen; unterhalten; amüsieren; ergötzen)
plaire; jouir de; amuser; sembler bon-
plaire werkwoord (plais, plaît, plaisons, plaisez, plaisent, plaisais, plaisait, plaisions, plaisiez, plaisaient, plus, plut, plûmes, plûtes, plurent, plairai, plairas, plaira, plairons, plairez, plairont)
-
jouir de werkwoord
-
amuser werkwoord (amuse, amuses, amusons, amusez, amusent, amusais, amusait, amusions, amusiez, amusaient, amusai, amusas, amusa, amusâmes, amusâtes, amusèrent, amuserai, amuseras, amusera, amuserons, amuserez, amuseront)
-
sembler bon werkwoord
-
Conjugations for belieben:
Präsens
- beliebe
- beliebst
- beliebt
- belieben
- beliebt
- belieben
Imperfekt
- beliebte
- beliebtest
- beliebte
- beliebten
- beliebtet
- beliebten
Perfekt
- bin beliebt
- bist beliebt
- ist beliebt
- sind beliebt
- seid beliebt
- sind beliebt
1. Konjunktiv [1]
- beliebe
- beliebest
- beliebe
- belieben
- beliebet
- belieben
2. Konjunktiv
- beliebte
- beliebtest
- beliebte
- beliebten
- beliebtet
- beliebten
Futur 1
- werde belieben
- wirst belieben
- wird belieben
- werden belieben
- werdet belieben
- werden belieben
1. Konjunktiv [2]
- würde belieben
- würdest belieben
- würde belieben
- würden belieben
- würdet belieben
- würden belieben
Diverses
- belieb!
- beliebt!
- belieben Sie!
- beliebt
- beliebend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor belieben:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
amuser | amüsieren; belieben; belustigen; ergötzen; gefallen; gutdünken; unterhalten | amüsieren; belustigen; ergötzen; genießen; sich ergötzen an; unterhalten |
jouir de | amüsieren; belieben; belustigen; ergötzen; gefallen; gutdünken; unterhalten | amüsieren; belustigen; ergötzen; genießen; schleckern; schlemmen; schmausen; unterhalten |
plaire | amüsieren; belieben; belustigen; ergötzen; gefallen; gutdünken; unterhalten | anlocken; bestechen; bestricken; betören; bezaubern; entzücken; gefallen; kokettieren; reizen; verführen; verleiten; verlocken; verzaubern |
sembler bon | amüsieren; belieben; belustigen; ergötzen; gefallen; gutdünken; unterhalten |