Duits
Uitgebreide vertaling voor bejubeln (Duits) in het Frans
bejubeln:
-
bejubeln (zujauchzen; bejauchzen; zujubeln; jubeln; komplimentieren; feiern)
acclamer; applaudir; ovationner-
acclamer werkwoord (acclame, acclames, acclamons, acclamez, acclament, acclamais, acclamait, acclamions, acclamiez, acclamaient, acclamai, acclamas, acclama, acclamâmes, acclamâtes, acclamèrent, acclamerai, acclameras, acclamera, acclamerons, acclamerez, acclameront)
-
applaudir werkwoord (applaudis, applaudit, applaudissons, applaudissez, applaudissent, applaudissais, applaudissait, applaudissions, applaudissiez, applaudissaient, applaudîmes, applaudîtes, applaudirent, applaudirai, applaudiras, applaudira, applaudirons, applaudirez, applaudiront)
-
ovationner werkwoord (ovationne, ovationnes, ovationnons, ovationnez, ovationnent, ovationnais, ovationnait, ovationnions, ovationniez, ovationnaient, ovationnai, ovationnas, ovationna, ovationnâmes, ovationnâtes, ovationnèrent, ovationnerai, ovationneras, ovationnera, ovationnerons, ovationnerez, ovationneront)
-
Vertaal Matrix voor bejubeln:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| acclamer | bejauchzen; bejubeln; feiern; jubeln; komplimentieren; zujauchzen; zujubeln | anblasen; anfachen; anfeuern; anheizen; anschüren; anspornen; applaudieren; aufmuntern; bejauchzen; ermuntern; ermutigen; feiern; jubeln; klatschen; komplimentieren; schüren; zujauchzen; zujubeln; zusprechen |
| applaudir | bejauchzen; bejubeln; feiern; jubeln; komplimentieren; zujauchzen; zujubeln | anblasen; anfachen; anfeuern; anheizen; anschüren; anspornen; applaudieren; aufmuntern; bejauchzen; ermuntern; ermutigen; feiern; jubeln; klatschen; komplimentieren; schüren; zujauchzen; zujubeln; zusprechen |
| ovationner | bejauchzen; bejubeln; feiern; jubeln; komplimentieren; zujauchzen; zujubeln | anblasen; anfachen; anfeuern; anheizen; anschüren; anspornen; aufmuntern; bejauchzen; ermuntern; ermutigen; feiern; jubeln; komplimentieren; schüren; zujauchzen; zujubeln; zusprechen |