Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal autorisiert

Vertaal autorisiert van Duits naar Frans

Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. autorisiert:
  2. autorisieren:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor autorisiert (Duits) in het Frans

autorisiert:

autorisiert bijvoeglijk naamwoord

  1. autorisiert (berechtigt; befugt)
    légitime; autorisé; licite

Vertaal Matrix voor autorisiert:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autorisé autorisiert; befugt; berechtigt angenommen; auf stichhaltiger Basis beruhend; aufgenommen; befugt; berechtigt; erlaubt; gebilligd; geltend; genehmigd; gesetzlich; gestattet; gültig; legitim; maßgebend; rechtmäßig; rechtsgültig; rechtsgültig sein; rechtskräftig; stichhaltig
licite autorisiert; befugt; berechtigt befugt; berechtigt; geltend; gesetzlich; gültig; legal; legitim; rechtmäßig; rechtsgültig; rechtsgültig sein; rechtskräftig
légitime autorisiert; befugt; berechtigt anständig; auf stichhaltiger Basis beruhend; aufrichtig; befugt; begründet; berechtigt; ehrenwert; ehrlich; fair; geltend; gerecht; gesetzlich; gesetzmäßig; gültig; korrekt; legal; legitim; plausibel; recht; rechtmäßig; rechtschaffen; rechtsgültig; rechtsgültig sein; rechtskräftig; redlich; stichhaltig

Synoniemen voor "autorisiert":


autorisieren:

autorisieren werkwoord (autorisiere, autorisierst, autorisiert, autorisierte, autorisiertet, autorisiert)

  1. autorisieren (gestatten; genehmigen)
    permettre; approuver; autoriser; ratifier; consentir; habiliter; rendre légitime
    • permettre werkwoord (permets, permet, permettons, permettez, )
    • approuver werkwoord (approuve, approuves, approuvons, approuvez, )
    • autoriser werkwoord (autorise, autorises, autorisons, autorisez, )
    • ratifier werkwoord (ratifie, ratifies, ratifions, ratifiez, )
    • consentir werkwoord (consens, consent, consentons, consentez, )
    • habiliter werkwoord
    • rendre légitime werkwoord
  2. autorisieren
    autoriser
    • autoriser werkwoord (autorise, autorises, autorisons, autorisez, )

Conjugations for autorisieren:

Präsens
  1. autorisiere
  2. autorisierst
  3. autorisiert
  4. autorisieren
  5. autorisiert
  6. autorisieren
Imperfekt
  1. autorisierte
  2. autorisiertest
  3. autorisierte
  4. autorisierten
  5. autorisiertet
  6. autorisierten
Perfekt
  1. habe autorisiert
  2. hast autorisiert
  3. hat autorisiert
  4. haben autorisiert
  5. habt autorisiert
  6. haben autorisiert
1. Konjunktiv [1]
  1. autorisiere
  2. autorisierest
  3. autorisiere
  4. autorisieren
  5. autorisieret
  6. autorisieren
2. Konjunktiv
  1. autorisierte
  2. autorisiertest
  3. autorisierte
  4. autorisierten
  5. autorisiertet
  6. autorisierten
Futur 1
  1. werde autorisieren
  2. wirst autorisieren
  3. wird autorisieren
  4. werden autorisieren
  5. werdet autorisieren
  6. werden autorisieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde autorisieren
  2. würdest autorisieren
  3. würde autorisieren
  4. würden autorisieren
  5. würdet autorisieren
  6. würden autorisieren
Diverses
  1. autorisier!
  2. autorisiert!
  3. autorisieren Sie!
  5. autorisiert
  6. autorisierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor autorisieren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
approuver autorisieren; genehmigen; gestatten austeilen; beifallen; beipflichten; bejahen; bekräftigen; bewilligen; billigen; eingestehen; einräumen; einstimmen; einwilligen; entgegenkommen; erlauben; genehmigen; gestatten; gestehen; gewähren; gutheißen; lassen; nachgeben; recht geben; zulassen; zustimmen in
autoriser autorisieren; genehmigen; gestatten ausstellen; austeilen; beipflichten; bekräftigen; bevollmächtigen; bewilligen; dulden; eingehen; eingestehen; einlassen; einlenken; einräumen; einsehen; einweisen; einwilligen; entbinden; entgegenkommen; entschuldigen; erlauben; ermächtigen; ewähren; freilassen; genehmigen; gestatten; gestehen; gewähren; gutheißen; gönnen; hereinlassen; hineinlassen; hinterlassen; lassen; leiden; vergönnen; vorlassen; zuerkennen; zugeben; zugestehen; zulassen; zustimmen; zuweisen
consentir autorisieren; genehmigen; gestatten ausstellen; austeilen; beifallen; beipflichten; beistimmen; bejahen; bekräftigen; bewilligen; dulden; eingestehen; einlenken; einräumen; einsehen; einstimmen; einverstanden sein mit; einweisen; einwilligen; einwilligen mit; entgegenkommen; erlauben; genehmigen; gestatten; gestehen; gewähren; gleichen; gleichkommen; gutheißen; gönnen; lassen; nachgeben; recht geben; sich mühe geben; stimmen; vereinbaren; zuerkennen; zugeben; zugestehen; zulassen; zusammenstimmen; zustimmen; zustimmen in; zuteilen; zuweisen; übereinstimmen mit; überreichen
habiliter autorisieren; genehmigen; gestatten
permettre autorisieren; genehmigen; gestatten ausstellen; austeilen; befähigen; beipflichten; bekräftigen; bewilligen; dulden; eingehen; eingestehen; einlassen; einlenken; einräumen; einsehen; einweisen; einwilligen; entbinden; entgegenkommen; entschuldigen; erlauben; ewähren; freilassen; geben; genehmigen; gestatten; gestehen; gewähren; gut heißen; gutheißen; gönnen; hereinlassen; hineinlassen; hinterlassen; horchen; hören; in die Lage versetzen; instand setzen; lassen; leiden; nachgeben; vergönnen; vernehmen; vorlassen; zu Ohren kommen; zuerkennen; zugeben; zugestehen; zulassen; zustimmen; zustimmen in; zuweisen
ratifier autorisieren; genehmigen; gestatten beglaubigen; bekräftigen; bescheinigen; besiegeln; bestaetigen; billigen; garantieren; genehmigen; gewährleisten; ratifizieren; sicherstellen; signalisieren; zustimmen in
rendre légitime autorisieren; genehmigen; gestatten

Synoniemen voor "autorisieren":


Wiktionary: autorisieren

autorisieren
verb
  1. jemanden berechtigen, bevollmächtigen
autorisieren

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0529 seconde
Page rendered in 1.0 seconds