Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. ausgenutzt:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ausgenutzt (Duits) in het Frans

ausgenutzt:

ausgenutzt bijvoeglijk naamwoord

  1. ausgenutzt (ausgebeutet; aufgebraucht)
    exploité
  2. ausgenutzt (ausgenützt; aufgebraucht)
    exploité; usé; usagé
  3. ausgenutzt (verbraucht)
    consommé; mangé; digéré

Vertaal Matrix voor ausgenutzt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
consommé Bouillon; Fleischbrühe; Fleischsuppe; Gemüsesuppe; Kraftbrühe
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
consommé ausgenutzt; verbraucht durchgeknetet; verbraucht; vollendet
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
digéré ausgenutzt; verbraucht
exploité aufgebraucht; ausgebeutet; ausgenutzt; ausgenützt
mangé ausgenutzt; verbraucht
usagé aufgebraucht; ausgenutzt; ausgenützt antiquarisch; gebraucht
usé aufgebraucht; ausgenutzt; ausgenützt abgegriffen; abgelebt; abgenutzt; abgerackert; abgewetzt; abnutzend; hinfällig; veraltet; verschleißend; verschlissen; vertreten

Synoniemen voor "ausgenutzt":