Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal aufschreien

Vertaal aufschreien van Duits naar Frans

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

aufschreien:
- crier; hurler; s'exclamer; criailler; pousser de cris aigus

Duits

Uitgebreide vertaling voor aufschreien (Duits) in het Frans

aufschreien:

aufschreien werkwoord

aufschreien (brüllen; kreischen; herausschreien)
crier; hurler; s'exclamer; criailler; pousser de cris aigus
- crier werkwoord (crie, cries, crions, criez, crient, criais, criait, criions, criiez, criaient, criai, crias, cria, criâmes, criâtes, crièrent, crierai, crieras, criera, crierons, crierez, crieront)
- hurler werkwoord (hurle, hurles, hurlons, hurlez, hurlent, hurlais, hurlait, hurlions, hurliez, hurlaient, hurlai, hurlas, hurla, hurlâmes, hurlâtes, hurlèrent, hurlerai, hurleras, hurlera, hurlerons, hurlerez, hurleront)
- s'exclamer werkwoord
- criailler werkwoord (criaille, criailles, criaillons, criaillez, criaillent, criaillais, criaillait, criaillions, criailliez, criaillaient, criaillai, criaillas, criailla, criaillâmes, criaillâtes, criaillèrent, criaillerai, criailleras, criaillera, criaillerons, criaillerez, criailleront)
- pousser de cris aigus werkwoord

Vertaal Matrix voor aufschreien:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
criailler	aufschreien; brüllen; herausschreien; kreischen	brüllen; heulen; kreischen; plärren; schreien; weinen
crier	aufschreien; brüllen; herausschreien; kreischen	anreden; anrufen; ansprechen; bellen; brüllen; donnern; dröhnen; fegen; grassieren; hausen; herausschreien; heulen; jagen; jauchzen; johlen; jubeln; keifen; kläffen; kreiden; kreischen; krähen; lautauf schreien; plärren; poltern; rasen; rufen; sausen; schallen; schreien; singen; skandieren; toben; tosen; weinen; wettern; wüten; zischen; zurufen
hurler	aufschreien; brüllen; herausschreien; kreischen	ausfahren; ausschimpfen; bellen; beschimpfen; brüllen; donnern; dröhnen; fegen; flennen; grassieren; greinen; hausen; herausschreien; heulen; jagen; jauchzen; johlen; jubeln; keifen; kläffen; kreischen; lautauf schreien; meckern; plärren; poltern; rasen; sausen; schallen; schelten; schimpfen; schluchzen; schreien; sich kranklachen; sich totlachen; singen; skandieren; toben; tosen; weinen; wettern; wüten; zischen
pousser de cris aigus	aufschreien; brüllen; herausschreien; kreischen	brüllen; heulen; kreischen; weinen
s'exclamer	aufschreien; brüllen; herausschreien; kreischen	ausrufen

Synoniemen voor "aufschreien":

aufjaulen; aufkreischen; jaulen

Computer vertaling door derden: