Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
-
außergewöhnlich:
- curieux; rare; inhabituelle; étrange; étrangement; rarement; inhabituel; singulier; insolant; insolante; curieuse; très; exceptionnel; extrêmement; extrême; extraordinaire; particulier; au plus haut degré; spécial; original; fort; au plus haut point; extraordinairement; bizarre; extravagant; excentrique; excessivement; affligé de; déplorable; saugrenu; sombre; ultra; tristement; triste; affligeant; affligé; excentriquement; à l'extrême; exceptionnellement; singulière; particulièrement; singulièrement; peu commun; spécialement; étranger; exotique; chouette; chic; unique; formidable; unique en son genre; extra; pas habitué à; phénoménal; fantastique; magnifique; fabuleux; superbe; typique; excessif; immense; saillant; frappant; exorbitant; absurde; démesuré; ostentatoire; ostensiblement; par exception; sans mesure
-
Wiktionary:
- außergewöhnlich → exceptionnel, aberrant, extraordinaire, hors du commun, prodigieux, rare, singulier, à part, étonnant
- außergewöhnlich → exceptionnel, extraordinaire, brillant
Duits
Uitgebreide vertaling voor außergewöhnlich (Duits) in het Frans
außergewöhnlich:
-
außergewöhnlich (seltsam; selten)
curieux; rare; inhabituelle; étrange; étrangement; rarement; inhabituel; singulier; insolant; insolante; curieuse-
curieux bijvoeglijk naamwoord
-
rare bijvoeglijk naamwoord
-
inhabituelle bijvoeglijk naamwoord
-
étrange bijvoeglijk naamwoord
-
étrangement bijvoeglijk naamwoord
-
rarement bijvoeglijk naamwoord
-
inhabituel bijvoeglijk naamwoord
-
singulier bijvoeglijk naamwoord
-
insolant bijvoeglijk naamwoord
-
insolante bijvoeglijk naamwoord
-
curieuse bijvoeglijk naamwoord
-
-
außergewöhnlich (besonders; außerordentlich; auffällig; selten)
très; exceptionnel; extrêmement; extrême; extraordinaire; particulier; au plus haut degré; spécial; original; fort; au plus haut point; extraordinairement; bizarre; extravagant; excentrique; excessivement; affligé de; déplorable; saugrenu; sombre; ultra; tristement; triste; affligeant; affligé; excentriquement; à l'extrême-
très bijvoeglijk naamwoord
-
exceptionnel bijvoeglijk naamwoord
-
extrêmement bijvoeglijk naamwoord
-
extrême bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinaire bijvoeglijk naamwoord
-
particulier bijvoeglijk naamwoord
-
au plus haut degré bijvoeglijk naamwoord
-
spécial bijvoeglijk naamwoord
-
original bijvoeglijk naamwoord
-
fort bijvoeglijk naamwoord
-
au plus haut point bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinairement bijvoeglijk naamwoord
-
bizarre bijvoeglijk naamwoord
-
extravagant bijvoeglijk naamwoord
-
excentrique bijvoeglijk naamwoord
-
excessivement bijvoeglijk naamwoord
-
affligé de bijvoeglijk naamwoord
-
déplorable bijvoeglijk naamwoord
-
saugrenu bijvoeglijk naamwoord
-
sombre bijvoeglijk naamwoord
-
ultra bijvoeglijk naamwoord
-
tristement bijvoeglijk naamwoord
-
triste bijvoeglijk naamwoord
-
affligeant bijvoeglijk naamwoord
-
affligé bijvoeglijk naamwoord
-
excentriquement bijvoeglijk naamwoord
-
à l'extrême bijvoeglijk naamwoord
-
-
außergewöhnlich (äußerst; besonders; höchst; extrem; schlimmst; speziell; außerordentlich; furchtbar; merkwürdig; einzigartig; sonderbar; exklusive; ungewöhnlich; ultra; selten; unüblich; ungewohn; exzentrisch)
extrême; exceptionnellement; extrêmement; exceptionnel; extraordinaire; extraordinairement; à l'extrême-
extrême bijvoeglijk naamwoord
-
exceptionnellement bijvoeglijk naamwoord
-
extrêmement bijvoeglijk naamwoord
-
exceptionnel bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinaire bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinairement bijvoeglijk naamwoord
-
à l'extrême bijvoeglijk naamwoord
-
-
außergewöhnlich (merkwürdig; besonder; außerordentlich; einzigartig; ungewöhnlich; seltsam; sonderbar; exklusive)
exceptionnel; exceptionnellement; particulier; extraordinaire; extraordinairement; singulière; particulièrement; singulièrement; peu commun; spécial; singulier; spécialement-
exceptionnel bijvoeglijk naamwoord
-
exceptionnellement bijvoeglijk naamwoord
-
particulier bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinaire bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinairement bijvoeglijk naamwoord
-
singulière bijvoeglijk naamwoord
-
particulièrement bijvoeglijk naamwoord
-
singulièrement bijvoeglijk naamwoord
-
peu commun bijvoeglijk naamwoord
-
spécial bijvoeglijk naamwoord
-
singulier bijvoeglijk naamwoord
-
spécialement bijvoeglijk naamwoord
-
-
außergewöhnlich (fremdartig; fremd; merkwürdig; besonder; bizarr; sonderbar; eigenartig; eigentümlich; seltsam; absonderlich)
étranger; étrange; exotique; étrangement-
étranger bijvoeglijk naamwoord
-
étrange bijvoeglijk naamwoord
-
exotique bijvoeglijk naamwoord
-
étrangement bijvoeglijk naamwoord
-
-
außergewöhnlich (ungewöhnliche; außerordentlich)
exceptionnel; extraordinaire; exceptionnellement; extraordinairement-
exceptionnel bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinaire bijvoeglijk naamwoord
-
exceptionnellement bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinairement bijvoeglijk naamwoord
-
-
außergewöhnlich (unvergleichlich; originell; unvergleichbar)
chouette; chic; unique; formidable; spécial; unique en son genre; extraordinaire; extra-
chouette bijvoeglijk naamwoord
-
chic bijvoeglijk naamwoord
-
unique bijvoeglijk naamwoord
-
formidable bijvoeglijk naamwoord
-
spécial bijvoeglijk naamwoord
-
unique en son genre bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinaire bijvoeglijk naamwoord
-
extra bijvoeglijk naamwoord
-
-
außergewöhnlich (ungewohnt; ungewohn; ungewöhnlich; außerordentlich; unüblich)
pas habitué à-
pas habitué à bijvoeglijk naamwoord
-
-
außergewöhnlich (phantastisch; fabelhaft; ausgezeichnet; grandios; gewaltig; hervorragend; überwältigend; außerordentlich; einmalig; eindrucksvoll; großartig; imposant; imponierend; einzigartig)
phénoménal; fantastique; magnifique; fabuleux; superbe; extraordinaire; extraordinairement; formidable-
phénoménal bijvoeglijk naamwoord
-
fantastique bijvoeglijk naamwoord
-
magnifique bijvoeglijk naamwoord
-
fabuleux bijvoeglijk naamwoord
-
superbe bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinaire bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinairement bijvoeglijk naamwoord
-
formidable bijvoeglijk naamwoord
-
-
außergewöhnlich (exzentrisch; besonders; eigenartig; außerordentlich; extravagant; fremdartig; wunderlich; seltsam; sonderbar; extrem)
typique; excentrique; extravagant; excentriquement; particulier; bizarre; original-
typique bijvoeglijk naamwoord
-
excentrique bijvoeglijk naamwoord
-
extravagant bijvoeglijk naamwoord
-
excentriquement bijvoeglijk naamwoord
-
particulier bijvoeglijk naamwoord
-
bizarre bijvoeglijk naamwoord
-
original bijvoeglijk naamwoord
-
-
außergewöhnlich (außerordentlich; übermäßig; besonder; auffällig; extrem; zügellos; einzigartig; hervorragend; äußerst; ungewöhnlich; speziell; aufwendig; übertrieben; markant; bemerkenswert; auffallend; apart; augenscheinlich; maßlos; extravagant; ausschweifend; hervorspringend; über alle Maßen)
spécial; excessif; particulièrement; exceptionnellement; extraordinairement; exceptionnel; particulier; immense; saillant; singulier; frappant; exorbitant; spécialement; extravagant; absurde; démesuré; ostentatoire; singulière; excessivement; ostensiblement; singulièrement; par exception; sans mesure; à l'extrême-
spécial bijvoeglijk naamwoord
-
excessif bijvoeglijk naamwoord
-
particulièrement bijvoeglijk naamwoord
-
exceptionnellement bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinairement bijvoeglijk naamwoord
-
exceptionnel bijvoeglijk naamwoord
-
particulier bijvoeglijk naamwoord
-
immense bijvoeglijk naamwoord
-
saillant bijvoeglijk naamwoord
-
singulier bijvoeglijk naamwoord
-
frappant bijvoeglijk naamwoord
-
exorbitant bijvoeglijk naamwoord
-
spécialement bijvoeglijk naamwoord
-
extravagant bijvoeglijk naamwoord
-
absurde bijvoeglijk naamwoord
-
démesuré bijvoeglijk naamwoord
-
ostentatoire bijvoeglijk naamwoord
-
singulière bijvoeglijk naamwoord
-
excessivement bijvoeglijk naamwoord
-
ostensiblement bijvoeglijk naamwoord
-
singulièrement bijvoeglijk naamwoord
-
par exception bijvoeglijk naamwoord
-
sans mesure bijvoeglijk naamwoord
-
à l'extrême bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor außergewöhnlich:
Synoniemen voor "außergewöhnlich":
Wiktionary: außergewöhnlich
außergewöhnlich
Cross Translation:
adjective
außergewöhnlich
-
besonders; nicht dem Normalfall entsprechend
- außergewöhnlich → exceptionnel
adjective
-
Qui diffère de la normale.
-
Qui est relatif à une exception.
-
Qui est en dehors de l’ordinaire.
-
Qui n’est pas selon l’usage ordinaire, selon l’ordre commun, qui est au-dessus de l’ordinaire.
-
Que l’on ne rencontre pas ordinairement.
-
Qui tenir du prodige, qui est extraordinaire.
-
Qualifie une personne qui a un mérite extraordinaire.
-
Qui est différent ou particulier, qui ne ressembler pas aux autres.
-
Exceptionnel, original.
-
Qualifie quelqu’un qui est extraordinaire, soit en bien, soit en mal.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• außergewöhnlich | → exceptionnel | ↔ exceptional — better than the average |
• außergewöhnlich | → extraordinaire | ↔ extraordinary — not ordinary |
• außergewöhnlich | → exceptionnel | ↔ uitzonderlijk — niet alledaags, niet gewoon |
• außergewöhnlich | → brillant | ↔ schitterend — prachtig, bijzonder mooi |
• außergewöhnlich | → extraordinaire | ↔ enig — leuk, aardig, schattig |