Duits
Uitgebreide vertaling voor advisieren (Duits) in het Frans
advisieren:
-
advisieren (anpreisen)
recommander; conseiler-
recommander werkwoord (recommande, recommandes, recommandons, recommandez, recommandent, recommandais, recommandait, recommandions, recommandiez, recommandaient, recommandai, recommandas, recommanda, recommandâmes, recommandâtes, recommandèrent, recommanderai, recommanderas, recommandera, recommanderons, recommanderez, recommanderont)
-
conseiler werkwoord
-
Conjugations for advisieren:
Präsens
- advisiere
- advisierst
- advisiert
- advisieren
- advisiert
- advisieren
Imperfekt
- advisierte
- advisiertest
- advisierte
- advisierten
- advisiertet
- advisierten
Perfekt
- habe advisiert
- hast advisiert
- hat advisiert
- haben advisiert
- habt advisiert
- haben advisiert
1. Konjunktiv [1]
- advisiere
- advisierest
- advisiere
- advisieren
- advisieret
- advisieren
2. Konjunktiv
- advisierte
- advisiertest
- advisierte
- advisierten
- advisiertet
- advisierten
Futur 1
- werde advisieren
- wirst advisieren
- wird advisieren
- werden advisieren
- werdet advisieren
- werden advisieren
1. Konjunktiv [2]
- würde advisieren
- würdest advisieren
- würde advisieren
- würden advisieren
- würdet advisieren
- würden advisieren
Diverses
- advisier!
- advisiert!
- advisieren Sie!
- advisiert
- advisierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor advisieren:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| conseiler | advisieren; anpreisen | |
| recommander | advisieren; anpreisen | anempfelen; anpreisen; anregen; ausmachen; bestimmen; empfehlen; ermessen; konsultieren; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorbringen; vorschlagen; vortragen; zuraten; überschlagen |