Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. abwesend sein:


Duits

Uitgebreide vertaling voor abwesend sein (Duits) in het Frans

abwesend sein:

abwesend sein werkwoord

  1. abwesend sein (fehlen; versäumen)
    manquer; être absent; faire défaut
    • manquer werkwoord (manque, manques, manquons, manquez, )
    • être absent werkwoord
    • faire défaut werkwoord

Vertaal Matrix voor abwesend sein:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faire défaut abwesend sein; fehlen; versäumen
manquer abwesend sein; fehlen; versäumen abgehen; abhanden kommen; abschwören; an etwas mangeln; auffliegen; danebengehen; drücken; entbehren; fehlschlagen; irren; kneifen; mißlingen; mißraten; scheitern; schiefgehen; schnüren; spannen; unterlassen; unterliegen; verleugnen; verlieren; verloren gehen; vermissen; vernachlässigen; versäumen; zwicken; übersehen
être absent abwesend sein; fehlen; versäumen

Synoniemen voor "abwesend sein":


Verwante vertalingen van abwesend sein