Duits

Uitgebreide vertaling voor abblasen (Duits) in het Frans

abblasen:

abblasen werkwoord

  1. abblasen (absagen; anbsetzen)
    annuler
    • annuler werkwoord (annule, annules, annulons, annulez, )
  2. abblasen

Vertaal Matrix voor abblasen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
annuler Abbestellen; Abbrechen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
annuler abblasen; absagen; anbsetzen abbestellen; abbrechen; ablehnen; absagen; abschlagen; annulieren; annullieren; aufheben; ausschlagen; einschränken; einstellen; eintauschen; einwechseln; lösen; mäßigen; reduzieren; rückgängig machen; schmälern; stornieren; streichen; tauschen; tilgen; trennen; umtauschen; verabredung absagen; verringern; wider'rufen; widerrufen; zurückdrehen; zurückschicken; zurückschrauben; zurücksenden; zurückweisen; zürückschicken
siffler à la fin de la partie abblasen
souffler sur quelque chose pour l'enlever abblasen

Synoniemen voor "abblasen":