Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Zusammenschweißung:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zusammenschweißung (Duits) in het Frans

Zusammenschweißung:

Zusammenschweißung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Zusammenschweißung (Zusammenfügung; Verbindung)
    la soudure; le joint; la jonction; l'assemblage; le raccord
    • soudure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • joint [le ~] zelfstandig naamwoord
    • jonction [la ~] zelfstandig naamwoord
    • assemblage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • raccord [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zusammenschweißung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assemblage Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenschweißung Ansammlung; Haufen; Häufung; Kombination; Kopplung; Masse; Menge; Stoß; Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenlegung; Zusammenschluß; Zusammensetzung; Zusammenstellung
joint Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenschweißung Ecke; Fuge; Fugung; Joint; Maurerarbeit; Naht; Schweißnaht; Spalt
jonction Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenschweißung Abzweigung; Anschluß; Berührung; Beziehung; Bindeglied; Eisenbahnknotenpunkt; Gabelung; Kombination; Kontakt; Kopplung; Kreuzung; Straßenkreuzung; Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenlegung; Zusammenschluß; anfügen; verbinden
raccord Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenschweißung Eingeschaltete; Einschiebsel; Fassung; Gestell; Kombination; Kopplung; Stutzen; Verbindung; Verbindungsstück; Zusammenfügung; Zusammenschluß
soudure Verbindung; Zusammenfügung; Zusammenschweißung Flussmittel; Lötmittel; Lötpaste; Lötzinn; Schweißnaht; Zwischenlösung; Überbrückung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
joint gemischt; kunterbunt