Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zugloch (Duits) in het Frans

Zugloch:

Zugloch [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Zugloch (Luftkanal; Lüftungsschacht; Luftröhre; Luftloch)
    le soupirail; le trou; la ventouse; l'évent
    • soupirail [le ~] zelfstandig naamwoord
    • trou [le ~] zelfstandig naamwoord
    • ventouse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • évent [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. Zugloch (Luftloch)
    l'évent; le conduit d'aération

Vertaal Matrix voor Zugloch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conduit d'aération Luftloch; Zugloch
soupirail Luftkanal; Luftloch; Luftröhre; Lüftungsschacht; Zugloch Abzugsöffnung; Kellerschacht; Mannloch
trou Luftkanal; Luftloch; Luftröhre; Lüftungsschacht; Zugloch Aufmachung; Auge; Auglein; Bresche; Delle; Einschlag; Einschläge; Freistunde; Kohlengrube; Kohlenzechen; Leck; Licht; Loch; Punktion; Undichtigkeit; Vertiefung; Zwischenstunde; entlegener Ort; entlegener Winkel; undichte Stelle; Äugelchen; Äuglein; Öffnung
ventouse Luftkanal; Luftloch; Luftröhre; Lüftungsschacht; Zugloch
évent Luftkanal; Luftloch; Luftröhre; Lüftungsschacht; Zugloch