Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Zählung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zählung (Duits) in het Frans

Zählung:

Zählung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Zählung
    le compte; le recensement
  2. die Zählung
    le recensement
  3. die Zählung (Addition; Summe; Zusammenzählung; )
    la somme; l'addition
    • somme [la ~] zelfstandig naamwoord
    • addition [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zählung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
addition Addieren; Addierung; Addition; Aufzählung; Summe; Zusammenzählung; Zählung Abzählen; Addition; Additiv; Aneinanderreihen; Aneinanderreihung; Anfügen; Anfüllung; Anhang; Appendix; Aufzeichnung; Beendung; Beifügung; Beiordnung; Ergänzung; Erweiterung; Faktur; Fertigstellung; Füllmaße; Füllstoff; Füllung; Hinzufügung; Nachtrag; Notiz; Rechnung; Supplement; Vollendung; Zufügung; Zulage; Zusatz; Zuzählung; Zählen
compte Zählung Abrechnung; Abzählen; Firma; Geschäftskunde; Konto; Kunde; Rechenschaft; Rechnung; Verantwortung; Windows Live-Konto; Zählen; anrechnen; in Rechnung stellen
recensement Zählung Volkszählung
somme Addieren; Addierung; Addition; Aufzählung; Summe; Zusammenzählung; Zählung Addition; Aneinanderreihung; Anzahl; Betrag; Dösen; Menge; Mittagsruhe; Nickerchen; Quantität; Quantum; Schläfchen; Siesta; Summe; Zahl

Synoniemen voor "Zählung":


Wiktionary: Zählung


Cross Translation:
FromToVia
Zählung recensement census — official count of members of a population

Computer vertaling door derden: