Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Witzbold:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Witzbold (Duits) in het Frans

Witzbold:

Witzbold [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Witzbold (Spaßmacher)
    le blagueur; le rigolo
    • blagueur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • rigolo [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Witzbold (Spaßvogel; Schalk)
    le comique; le comédien; le farceur; le plaisantin; le clown
  3. der Witzbold (Scherzbold; Spaßvogel; Komiker; Schelm; Schalk)
    le comique; la paillasse; le plaisantin; le comédien; le farceur; l'espiègle; le bouffon; le clown

Vertaal Matrix voor Witzbold:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blagueur Spaßmacher; Witzbold Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Getratsch; Klatscherei; Prahler
bouffon Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold Alberne; Ast; Geck; Hanswurst; Irrsinnige; Kauz; Klunker; Knorren; Lackaffe; Narr; Narr am Hoff; Pinsel; Quast; Stutzer; Tor; Verrückte
clown Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold Clown; Dummkopf; Ekel; Figur; Geck; Geisteskranke; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Iltis; Irre; Irrsinnige; Joker; Lausbub; Lump; Mensch; Narr; Rohling; Schalk; Scherzbold; Schlappschwanz; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Schwächling; Spaßvogel; Taugenichts; Tollkopf; Tor; Tröttel; Tölpel; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige
comique Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold Clown; Humor; Komiker; Narrheit; Spaß; äusserung von Fröhlichkeit
comédien Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold Akteur; Ansteller; Artist; Clown; Komiker; Künstler; Possenspieler; Schauspieler; Spaßvogel; Spieler
espiègle Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold Bengel; Ekel; Flegel; Frechdachs; Gauner; Iltis; Lausbub; Lausbube; Lausejunge; Lump; Lümmel; Racker; Rotznase; Rüpel; Schalk; Schelm; Scherzbold; Schlauberger; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Straßenjunge; Taugenichts
farceur Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold Ekel; Fopper; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts
paillasse Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Strohmaatraze; Strohsack; Strohsäcke; Taugenichts
plaisantin Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Scherzfigur; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts
rigolo Spaßmacher; Witzbold Schalk; lachlustiger Mensch
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bouffon amüsant; ausgelassen; drollig; heiter; humoristisch; humorvoll; komisch; lustig; schalkhaft; spasshaft; spaßig; ulkig; witzig
comique amüsant; angenehm; ausgelassen; drollig; ergötzlich; fesch; geistreich; gesellig; heiter; humoristisch; humorvoll; komisch; lustig; pfiffig; possenhaft; possierlich; schalkhaft; schelmisch; spasshaft; spaßhaft; spaßig; ulkig; vergnüglich; vergnügt; witzig
espiègle amüsant; angenehm; drollig; fesch; geistreich; gesellig; humoristisch; komisch; lustig; pfiffig; possenhaft; possierlich; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; spaßig; ulkig; vergnüglich; vergnügt; witzig
rigolo amüsant; angenehm; ausgelassen; drollig; ergötzlich; fesch; geistreich; gelungen; gesellig; heiter; humoristisch; humorvoll; komisch; lustig; pfiffig; possenhaft; possierlich; schalkhaft; schelmisch; spasshaft; spaßhaft; spaßig; ulkig; vergnüglich; vergnügt; witzig

Synoniemen voor "Witzbold":


Wiktionary: Witzbold

Witzbold
noun
  1. oft abwertend: jemand der gern (schlechte) Witze macht
Witzbold
noun
  1. Celui, celle qui a le goût, l’habitude de mystifier.

Cross Translation:
FromToVia
Witzbold petit malin wit — A person who tells funny anecdotes or jokes