Wissen in het Frans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Wissen:
- savoir; connaissance; connaissances; science; art; savoir-faire; aptitude; habileté; compétence; capacité; érudition
Wiktionary:
- Wissen → savoir, connaissance
- Wissen → connaissance, kennis

Duits

Uitgebreide vertaling voor Wissen (Duits) in het Frans

Wissen:

Wissen [das ~] zelfstandig naamwoord

Wissen (Kenntnis; Sachverstand; Wissenschaft; Gelehrtheit)
le savoir; la connaissance; la connaissances
- savoir [le ~] zelfstandig naamwoord
- connaissance [la ~] zelfstandig naamwoord
- connaissances [la ~] zelfstandig naamwoord
Wissen (Wissenschaft; Fachwissen)
la science; le savoir; la connaissance
- science [la ~] zelfstandig naamwoord
- savoir [le ~] zelfstandig naamwoord
- connaissance [la ~] zelfstandig naamwoord
Wissen (Geschicklichkeit; Kunst; Künste; Trick; Kniff; Gewandtheit; Geschicktheit; Tüchtigkeit; Sachverstand; Kenntnis; Fertigkeit; Gelehrtheit)
l'art; le savoir-faire; l'aptitude; l'habileté; le savoir; la compétence; la connaissances; la connaissance; la capacité
- art [le ~] zelfstandig naamwoord
- savoir-faire [le ~] zelfstandig naamwoord
- aptitude [la ~] zelfstandig naamwoord
- habileté [la ~] zelfstandig naamwoord
- savoir [le ~] zelfstandig naamwoord
- compétence [la ~] zelfstandig naamwoord
- connaissances [la ~] zelfstandig naamwoord
- connaissance [la ~] zelfstandig naamwoord
- capacité [la ~] zelfstandig naamwoord
Wissen (Gelehrtheit; Kenntnis; Sachverstand)
l'érudition; le savoir; la connaissance; la science; la connaissances
- érudition [la ~] zelfstandig naamwoord
- savoir [le ~] zelfstandig naamwoord
- connaissance [la ~] zelfstandig naamwoord
- science [la ~] zelfstandig naamwoord
- connaissances [la ~] zelfstandig naamwoord
Wissen (Können; Fähigkeit; Kenntnisse; Tüchtigkeit; Kunst; Könnerschaft)
le savoir-faire; la compétence; le savoir; l'aptitude; la capacité; l'habileté; l'art
- savoir-faire [le ~] zelfstandig naamwoord
- compétence [la ~] zelfstandig naamwoord
- savoir [le ~] zelfstandig naamwoord
- aptitude [la ~] zelfstandig naamwoord
- capacité [la ~] zelfstandig naamwoord
- habileté [la ~] zelfstandig naamwoord
- art [le ~] zelfstandig naamwoord
Wissen
connaissance
- connaissance

Vertaal Matrix voor Wissen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aptitude	Fertigkeit; Fähigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kenntnisse; Kniff; Kunst; Können; Könnerschaft; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen	Ausflug; Befugnis; Befugt sein; Behendigkeit; Chance; Eignung; Fähigkeit; Gelegenheit; Kapazität; Kniff; Kompetenz; Kunstgriff; Können; Leistungsfähigkeit; Möglichkeit; Qualität; Sachverstand; Tauglichkeit; Trick; Zuständigkeit
art	Fertigkeit; Fähigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kenntnisse; Kniff; Kunst; Können; Könnerschaft; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen	Ausflug; Behendigkeit; Kniff; Kunstgriff; Trick
capacité	Fertigkeit; Fähigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kenntnisse; Kniff; Kunst; Können; Könnerschaft; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen	Arbeitskraft; Behendigkeit; Eignung; Energie; Fertigkeit; Fähigkeit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Inhalt; Kapazität; Kraft; Können; Ladekapazität; Ladevermögen; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Macht; Potential; Qualität; Sachkenntnis; Sachkunde; Sachverstand; Stärke; Tauglichkeit; Tonnage; Tonnengehalt; Tragfähigkeit; Tragkraft; Vermögen; Volumen; fachmännischeKönnen
compétence	Fertigkeit; Fähigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kenntnisse; Kniff; Kunst; Können; Könnerschaft; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen	Befugnis; Befugt sein; Eignung; Fachmannschaft; Fähigkeit; Kapazität; Kompetenz; Können; Leistungsfähigkeit; Qualität; Sachkenntnis; Sachkunde; Sachverstand; Tauglichkeit; Zuständigkeit; fachmännischeKönnen
connaissance	Fachwissen; Fertigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kniff; Kunst; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen; Wissenschaft	Befugnis; Bekannte; Bekannter; Bekanntschaft; Einstellung; Geistererscheinung; Gespenstererscheinung; Kompetenz; Mitwissen; Stimmung; Zuständigkeit
connaissances	Fertigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kniff; Kunst; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen; Wissenschaft
habileté	Fertigkeit; Fähigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kenntnisse; Kniff; Kunst; Können; Könnerschaft; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen	Ausflug; Behendigkeit; Eignung; Fachmannschaft; Fertigkeit; Fähigkeit; Gerissenheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Intelligenz; Kapazität; Klugheit; Kniff; Kunstgriff; Kunststück; Können; Leistungsfähigkeit; Pfiffigkeit; Qualität; Sachkenntnis; Sachkunde; Sachverstand; Tauglichkeit; Trick; Verständnis; fachmännischeKönnen
savoir	Fachwissen; Fertigkeit; Fähigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kenntnisse; Kniff; Kunst; Können; Könnerschaft; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen; Wissenschaft
savoir-faire	Fertigkeit; Fähigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kenntnisse; Kniff; Kunst; Können; Könnerschaft; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen	Ausflug; Behendigkeit; Eignung; Erfahrung; Fertigkeit; Fähigkeit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Geübtheit; Kapazität; Kniff; Know-how; Kunstgriff; Können; Leistungsfähigkeit; Praxis; Qualität; Routine; Sachkenntnis; Sachkunde; Sachverstand; Tauglichkeit; Trick; fachmännischeKönnen
science	Fachwissen; Gelehrtheit; Kenntnis; Sachverstand; Wissen; Wissenschaft
érudition	Gelehrtheit; Kenntnis; Sachverstand; Wissen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
savoir		dürfen; im Stande sein; kennen; können; mögen; sollen; wissen
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
connaissance	Wissen

Synoniemen voor "Wissen":

Ahnung; Fähigkeit; Kenntnis; Kenntnisstand; Know-how; Kompetenz; Können; Rüstzeug; Sachkenntnis; Sachkunde; Sachverstand; Schimmer; Wissensstand; psychologische Eigenschaft
Daten; Datenansammlung; Fakten; Information; Abstraktion

Wiktionary: Wissen

Wissen

noun

Kenntnis und Verständnis von Fakten, Wahrheiten und Informationen
- Wissen → savoir; connaissance

Wissen

noun

Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître
- connaissance → Kenntnis; Wissen; Wissenschaft; Bewußtsein; Begriff; Bekannter
Ensemble des connaissances acquises par l’étude, par l’expérience.
- savoir → Wissen

Cross Translation:

From	To	Via
• Wissen	→ connaissance	↔ knowledge — fact of knowing about something; understanding, familiarity with information
• Wissen	→ connaissance	↔ knowledge — awareness, state of having been informed
• Wissen	→ connaissance; kennis	↔ kennis — wat je weet of hebt geleerd

Verwante vertalingen van Wissen

Remove Ads

Vertaal Wissen van Duits naar Frans

Uitgebreide vertaling voor Wissen (Duits) in het Frans

Wissen:

Wissen [das ~] zelfstandig naamwoord

Wissen (Kenntnis; Sachverstand; Wissenschaft; Gelehrtheit)

Wissen (Wissenschaft; Fachwissen)

Wissen (Geschicklichkeit; Kunst; Künste; Trick; Kniff; Gewandtheit; Geschicktheit; Tüchtigkeit; Sachverstand; Kenntnis; Fertigkeit; Gelehrtheit)

Wissen (Gelehrtheit; Kenntnis; Sachverstand)

Wissen (Können; Fähigkeit; Kenntnisse; Tüchtigkeit; Kunst; Könnerschaft)

Wissen

Vertaal Matrix voor Wissen:

Synoniemen voor "Wissen":

Wiktionary: Wissen

Verwante vertalingen van Wissen