Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Träumer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Träumer (Duits) in het Frans

Träumer:

Träumer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Träumer (Utopist; Phantast)
    le rêveur; le songeur; l'utopiste; le fabulateur
  2. der Träumer (Dussel)
    le rêveurs
  3. der Träumer (Grübler)
    le rêveur; le songeur
    • rêveur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • songeur [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Träumer
    le petits rêveurs

Vertaal Matrix voor Träumer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fabulateur Phantast; Träumer; Utopist Heuchler; Hochstapler; Lügenbold; Lügner; Schwindler
petits rêveurs Träumer
rêveur Grübler; Phantast; Träumer; Utopist langweiliger Mensch
rêveurs Dussel; Träumer
songeur Grübler; Phantast; Träumer; Utopist
utopiste Phantast; Träumer; Utopist
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rêveur dusselig; gedankenvoll; grüblerisch; nachdenkend; träumerisch
songeur gedankenvoll; nachdenkend; träumerisch

Wiktionary: Träumer

Träumer
noun
  1. Celui qui rêve

Cross Translation:
FromToVia
Träumer rêveuse; rêveur dreamer — one who dreams

Computer vertaling door derden: