Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Terminkalender:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Terminkalender (Duits) in het Frans

Terminkalender:

Terminkalender [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Terminkalender
    l'agenda; le journal; l'agenda de poche; le carnet

Vertaal Matrix voor Terminkalender:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agenda Terminkalender Agenda; Notizbuch; Notizbüchlein; Vormerkbuch; Zeitplan
agenda de poche Terminkalender Taschenkalender
carnet Terminkalender Auftragsbuch; Notizbuch; Notizbüchlein; Vormerkbuch
journal Terminkalender Erfassung; Journal; Logbuch; Nachricht; Nachrichten; Neuigkeit; Neuigkeiten; Schiffsjournal; Tagebuch; Tagesschau; Tageszeitung; Zeitung

Synoniemen voor "Terminkalender":


Wiktionary: Terminkalender

Terminkalender
noun
  1. Tableau indiquant les différentes activités prévues.

Cross Translation:
FromToVia
Terminkalender agenda agenda — een notitieboek waarin afspraken genoteerd worden