Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Suchen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Suchen (Duits) in het Frans

Suchen:

Suchen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Suchen
    la recherche; la fouille

Suchen

  1. Suchen (Nachschlagen)

Suchen werkwoord

  1. Suchen
    rechercher
    • rechercher werkwoord (recherche, recherches, recherchons, recherchez, )

Vertaal Matrix voor Suchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fouille Suchen Absuchen; Abtasten; Ausgrabung; Besichtigung; Durchsuchung; Erdarbeiten; Fund; Getreibe; Gewühl; Hebung; Inspektion; Patroulieren; Visitation; gründliches Durchsuchen
recherche Suchen Absuchen; Abtasten; Ambition; Andrang; Bemühen; Besichtigung; Bestreben; Bestrebung; Drang; Ehrgeiz; Eifer; Erforschung; Erkundigung; Erkundung; Erkundungsfahrt; Erkundungsgang; Erkundungsgänge; Erkundungszug; Erkundungszüge; Ermittlung; Expedition; Fahndung; Forschung; Inspektion; Jagd; Nachforschung; Nachstreben; Prüfung; Streben; Suche; Test; Untersuchung; Ziel verfolgen; gründliches Durchsuchen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Rechercher Nachschlagen; Suchen
rechercher Suchen absuchen; abtasten; auf der Suchen sein nach; ausforschen; browsen; durchsuchen; erbeuten; erforschen; ernähren; erproben; forschen; füttern; kontrollieren; nachforschen; nachprüfen; nachspüren; prüfen; speisen; suchen; testen; untersuchen; verpflegen; überprüfen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
rechercher suchen


Verwante vertalingen van Suchen