Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Sporthalle:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sporthalle (Duits) in het Frans

Sporthalle:

Sporthalle [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Sporthalle
    la salle omnisports
  2. die Sporthalle (großes Zimmer; Saal; Raum; )
    la salle de séjour; la chambre; la pièce spacieuse; la pièce

Vertaal Matrix voor Sporthalle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chambre Halle; Kammer; Raum; Räumlichkeit; Saal; Sporthalle; Zimmer; großes Zimmer Halle; Kammer; Lokalität; Platz; Raum; Räumlichkeit; Saal; Zimmer
pièce Halle; Kammer; Raum; Räumlichkeit; Saal; Sporthalle; Zimmer; großes Zimmer Abschnitt; Coupon; Differenz; Einliegerwohnung; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Halle; Kammer; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lokalität; Lumpen; Läppchen; Marke; Platz; Raum; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Räumlichkeit; Saal; Schein; Schlacke; Spielstück; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; Zimmer; kleineSchwanz; kleineSchwänze; kleiner Lappen; Überbleibsel; Überrest
pièce spacieuse Halle; Kammer; Raum; Räumlichkeit; Saal; Sporthalle; Zimmer; großes Zimmer
salle de séjour Halle; Kammer; Raum; Räumlichkeit; Saal; Sporthalle; Zimmer; großes Zimmer
salle omnisports Sporthalle

Wiktionary: Sporthalle

Sporthalle
noun
  1. eine Halle, die für die Ausübung unterschiedlicher Sportarten ausgelegt ist

Cross Translation:
FromToVia
Sporthalle gymnase; salle de gymnastique gymnasium — place for indoor sports