Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal Schlag

Vertaal Schlag van Duits naar Frans

Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Schlag:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlag (Duits) in het Frans

Schlag:

Schlag [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schlag (Art; Sorte)
    le genre; l'espèce; la race; la variété
    • genre [le ~] zelfstandig naamwoord
    • espèce [la ~] zelfstandig naamwoord
    • race [la ~] zelfstandig naamwoord
    • variété [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Schlag (Klaps; Hieb; leichter Schlag)
    le coup; le petit coup; la gifle; la claque; la tape
    • coup [le ~] zelfstandig naamwoord
    • petit coup [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gifle [la ~] zelfstandig naamwoord
    • claque [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tape [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Schlag (Faustschlag; Hieb; Handschlag; Klaps)
    le coup de poing; la claque; le coup; la torgnole
  4. der Schlag (Hieb; Puff; Maulschelle; )
    la baffe; la torgnole; le pain; la gifle; la beigne; la claque; le coup dur; le petit coup; le coup; l'heurt
    • baffe [la ~] zelfstandig naamwoord
    • torgnole [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pain [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gifle [la ~] zelfstandig naamwoord
    • beigne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • claque [la ~] zelfstandig naamwoord
    • coup dur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • petit coup [le ~] zelfstandig naamwoord
    • coup [le ~] zelfstandig naamwoord
    • heurt [le ~] zelfstandig naamwoord
  5. der Schlag (leichter Stoß; Stoß; Puff; )
    la poussée; le coup; le coup de pouce; le butoir; l'impulsion; le petit coup; le choc; l'heurt; le cahot
    • poussée [la ~] zelfstandig naamwoord
    • coup [le ~] zelfstandig naamwoord
    • coup de pouce [le ~] zelfstandig naamwoord
    • butoir [le ~] zelfstandig naamwoord
    • impulsion [la ~] zelfstandig naamwoord
    • petit coup [le ~] zelfstandig naamwoord
    • choc [le ~] zelfstandig naamwoord
    • heurt [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cahot [le ~] zelfstandig naamwoord
  6. der Schlag (Hieb; Klaps)
    le coup; la gifle; la claque
    • coup [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gifle [la ~] zelfstandig naamwoord
    • claque [la ~] zelfstandig naamwoord
  7. der Schlag (Pförtner; Hausmeister; Portier; )
    le concierge; le portier; le gardien d'immeuble
  8. der Schlag (Blitz; Schlucker; Strahl)
    la foudre; l'éclair; le flash
    • foudre [la ~] zelfstandig naamwoord
    • éclair [le ~] zelfstandig naamwoord
    • flash [le ~] zelfstandig naamwoord
  9. der Schlag (Knall; Stoß; Krach; Bums)
    le plouf; le boum; le floc
    • plouf [le ~] zelfstandig naamwoord
    • boum [le ~] zelfstandig naamwoord
    • floc [le ~] zelfstandig naamwoord
  10. der Schlag (Taubenschlag)
    le pigeonnier
  11. der Schlag (weiter Hosenschlag)
    la jambes cloches

Vertaal Matrix voor Schlag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baffe Bums; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag
beigne Bums; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag Hieb
boum Bums; Knall; Krach; Schlag; Stoß Bums; Empfänge; Fall; Feier; Feierlichkeit; Feiertag; Fest; Festlichkeit; Festtag; Fete; Geburtstag; Jahresfest; Knall; Krach; Party; Plumps; Schuß; Stattlichkeit; Vierung; Zeremonie
butoir Anprall; Anstoß; Bums; Puff; Schlag; Stoß; Zusammenstoß; leichter Stoß Prellblock; Stoßfänger; Stoßpolster; Stoßstange
cahot Anprall; Anstoß; Bums; Puff; Schlag; Stoß; Zusammenstoß; leichter Stoß Beben; Erschütterung; Stoß; Zusammenstoß
choc Anprall; Anstoß; Bums; Puff; Schlag; Stoß; Zusammenstoß; leichter Stoß Beben; Bums; Erschütterung; Fall; Knall; Krach; Plumps; Ruck; Schock; Schuß; Stoß; Zusammenstoß; erschütternde Bewegung
claque Bums; Faustschlag; Handschlag; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag; leichter Schlag Hau; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Stoß; derber Schlag
concierge Hausmeister; Hauswart; Hauswirt; Pförtner; Portier; Schlag; Schließer Aufseher; Hausmeister; Klatschbase; Portier; Praktikant amm Universität; Saalwärter; Wächter; Wärter; Zimmervermieter; Zimmerwirt; jemand der sehr viel Unsinn redet
coup Anprall; Anstoß; Bums; Faustschlag; Handschlag; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag; Stoß; Zusammenstoß; leichter Schlag; leichter Stoß Beule; Bums; Delle; Eindruck; Eindrücke; Einsenkung; Einstülpung; Fall; Fußtritt; Glockenschlag; Hau; Kapriole; Klaps; Knall; Kniff; Krach; Manöver; Messerstich; Plumps; Putsch; Schachzug; Schluck; Schuß; Spielzug; Spritzer; Spur; Staatsstreich; Stich; Stoß; Verbeulung; Zug; Zusammenstoß; ein blauer Stelle; schnelleNummer
coup de poing Faustschlag; Handschlag; Hieb; Klaps; Schlag
coup de pouce Anprall; Anstoß; Bums; Puff; Schlag; Stoß; Zusammenstoß; leichter Stoß
coup dur Bums; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag
espèce Art; Schlag; Sorte Art; Gattung; Sorte; Stammhaus; Typ
flash Blitz; Schlag; Schlucker; Strahl Blitz; Blitzlampe; Blitzlicht; Flimmern; Funkeln; Glitzern; Glänzen; Lichtsignal; Lichtzeichen; Reklame; Reklamefilm; Schimmer; Strahl; Werbefilm; Werbung
floc Bums; Knall; Krach; Schlag; Stoß Plumps
foudre Blitz; Schlag; Schlucker; Strahl Blitz; Wetterleuchten
gardien d'immeuble Hausmeister; Hauswart; Hauswirt; Pförtner; Portier; Schlag; Schließer Aufseher; Portier; Wächter; Wärter
genre Art; Schlag; Sorte Art; Gattung; Genre; Methode; Naturbezüge; Sorte; Typ
gifle Bums; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag; leichter Schlag Hau; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Stoß
heurt Anprall; Anstoß; Bums; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag; Stoß; Zusammenstoß; leichter Stoß Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Beben; Diskussion; Erschütterung; Fehde; Friktion; Gefecht; Irrgarten; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Labyrinth; Meinungsverschiedenheit; Reibung; Ringen; Ringkampf; Ruck; Schlacht; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wettkampf; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht; erschütternde Bewegung
impulsion Anprall; Anstoß; Bums; Puff; Schlag; Stoß; Zusammenstoß; leichter Stoß Ahnung; Andrag; Andrang; Anregung; Anreiz; Ansporn; Anstoß; Antrieb; Einfall; Eingebung; Ermunterung; Ermutigung; Geschlechtstrieb; Impuls; Initiative; Instinkt; Intuition; Laune; Leidenschaft; Leidenschaftlichkeit; Reiz; Stimulanz; Trieb; Triebkraft; Vorgefühl
jambes cloches Schlag; weiter Hosenschlag
pain Bums; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag Brot
petit coup Anprall; Anstoß; Bums; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag; Stoß; Zusammenstoß; leichter Schlag; leichter Stoß Klaps; kleiner Schlag; leichter Schlag
pigeonnier Schlag; Taubenschlag
plouf Bums; Knall; Krach; Schlag; Stoß Plumps
portier Hausmeister; Hauswart; Hauswirt; Pförtner; Portier; Schlag; Schließer Aufseher; Portier; Torwächter; Wächter; Wärter
poussée Anprall; Anstoß; Bums; Puff; Schlag; Stoß; Zusammenstoß; leichter Stoß Ambition; Andrang; Anregung; Anreiz; Antrieb; Antriebskraft; Arbeitsfähigkeit; Arbeitskraft; Arbeitslust; Bemühen; Bestreben; Bestrebung; Betrieb; Drang; Ehrgeiz; Eifer; Energie; Feurigkeit; Gedränge; Gedrängtheit; Geschupse; Getreibe; Hektik; Impuls; Inbrunst; Kraft; Leistungsfähigkeit; Motor; Reiz; Rummel; Schneidigkeit; Seele; Spannkraft; Stimulanz; Streben; Tatkraft; Triebkraft; Zulauf; reges Leben; starkeVerkehr
race Art; Schlag; Sorte Stammhaus
tape Hieb; Klaps; Schlag; leichter Schlag Auswirkung; Effekt; Fangen; Fangspiel; Hau; Klaps; Stoß; Wirkung; leichter Schlag
torgnole Bums; Faustschlag; Handschlag; Hieb; Klaps; Maulschelle; Ohrfeige; Puff; Schlag
variété Art; Schlag; Sorte Abwechslung; Kabarett; Kleinkunst; Kleinkünste; Stammhaus; Variation; Verschiedenartigkeit; Verschiedenheit; Vielseitigkeit
éclair Blitz; Schlag; Schlucker; Strahl Blitz; Blitzlicht; Flimmern; Funkeln; Glitzern; Glänzen; Himmelsfeuer; Lichtsignal; Lichtzeichen; Pfeil; Schimmer; Strahl; Wetterleuchten
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
choc Anprall
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boum Bum
variété alles mögliche; von allem etwas

Synoniemen voor "Schlag":


Wiktionary: Schlag

Schlag
noun
  1. désuet|fr Décrit la nature, ou la bonne qualité ou mauvaise de certaines choses.
  2. médecine|fr arrêt brusque, plus ou moins complet, des fonctions cérébrales, accompagner de la perte entier ou partielle de la connaissance et du mouvement.
  3. guerre|fr combat général entre deux armées.
  4. impression que fait un corps sur un autre en le frappant.
  5. Taxon, regroupement.
  6. ensemble d’êtres, ou de choses, caractériser par un ou des traits communs.
  7. Atteinte portée à la santé, à la fortune, au crédit, à l’ordre établi dans un état, etc.
Cross Translation:
FromToVia
• Schlag → coup ↔ blow — act of striking or hitting
• Schlag → bourrade ↔ bump — a light blow or jolting collision
• Schlag → coup ↔ hit — blow, punch
• Schlag → coup ↔ knock — impact
• Schlag → claque; gifle; fessée ↔ slap — A blow.
• Schlag → coup ↔ stroke — blow
• Schlag → brasse ↔ stroke — particular style of swimming
• Schlag → coup; clac ↔ whack — A blow, impact or slap

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Schlag







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0873 seconde
Page rendered in 1.0 seconds