Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Schenkung:
  2. Wiktionary:
    • Schenkung → don


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schenkung (Duits) in het Frans

Schenkung:

Schenkung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schenkung (Donation; Geschenk; Spende; )
    la donation; le don; le présent; le cadeau
    • donation [la ~] zelfstandig naamwoord
    • don [le ~] zelfstandig naamwoord
    • présent [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cadeau [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Schenkung (Gunst; Dienst; Gefälligkeit; )
    le faveur; la grâce; la messe
    • faveur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • grâce [la ~] zelfstandig naamwoord
    • messe [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Schenkung
    la donation

Vertaal Matrix voor Schenkung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cadeau Donation; Gabe; Gefälligkeit; Geldgeschenk; Geldspende; Geschenk; Gift; Schenkung; Spende; Stiftung; Zuwendung Geschenk
don Donation; Gabe; Gefälligkeit; Geldgeschenk; Geldspende; Geschenk; Gift; Schenkung; Spende; Stiftung; Zuwendung Ader; Begabtheit; Begabung; Eindruck; Eindrücke; Emotion; Empfindung; Erfindungsgabe; Erfindungsgeist; Feeling; Fähigkeit; Gabe; Geburtstaggeschenk; Gefühlsleben; Gemüt; Gemütsbewegung; Gemütsempfindung; Gemütserregung; Genialität; Genie; Geschenk; Geschicklichkeit; Händchen; Kapazität; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Scharfsinn; Spende; Stimmung; Talent; Veranlagung; Verständnis
donation Donation; Gabe; Gefälligkeit; Geldgeschenk; Geldspende; Geschenk; Gift; Schenkung; Spende; Stiftung; Zuwendung
faveur Dienst; Gefälligkeit; Gunst; Schenkung; Sold; Spende; Stelle; Stiftung; Zuwendung Bevorrechtung
grâce Dienst; Gefälligkeit; Gunst; Schenkung; Sold; Spende; Stelle; Stiftung; Zuwendung Anmut; Anteilnahme; Attraktivität; Barmherzigkeit; Begnadigung; Einsegnung; Einsetzung; Einweihung; Eleganz; Erbarmen; Erlassung; Gnade; Grazie; Güte; Heiligkeit; Heiligung; Herrlichkeit; Liebeswerk; Lieblichkeit; Liebreiz; Milde; Mitgefühl; Mitleid; Reiz; Segen; Segenspendung; Segnung; Seligkeit; Süße; Vergebung; Verzeihung; Wohltat; Wohltätigkeit; Zierlichkeit
messe Dienst; Gefälligkeit; Gunst; Schenkung; Sold; Spende; Stelle; Stiftung; Zuwendung Dienst; Gottesdienst; Messe
présent Donation; Gabe; Gefälligkeit; Geldgeschenk; Geldspende; Geschenk; Gift; Schenkung; Spende; Stiftung; Zuwendung Geburtstaggeschenk; Gegenwart; Geschenk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
présent aktuell; auf Lager; augenblicklich; bestehend; bestehende; derzeitig; existierend; fortgeschritten; frisch; gegenwärtig; gleichzeitig; heutig; im Augenblick; im Moment; in diesem Moment; jetzig; jetzt; kontemporän; modern; momentan; neu; neuzeitlich; unbenutzt; verfügbar; vorhanden; vorrätig; zeitgemäß; zeitgenössisch; zugegen; zur Verfügung; zur Verfügung stehende

Synoniemen voor "Schenkung":


Wiktionary: Schenkung

Schenkung
noun
  1. Donation entre conjoints de l’usufruit de leur bien, pour que le survivant en jouisse.