Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Schacht:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schacht (Duits) in het Frans

Schacht:

Schacht [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schacht (Schaft)
    la verge; la tige
    • verge [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tige [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Schacht (Fahrstuhlschacht)
    le puits d'ascenseur
  3. der Schacht (Mine; Steinbruch; Hohlräume; )
    le puits de mine; la fosse
  4. der Schacht
    l'ouverture bombes

Vertaal Matrix voor Schacht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fosse Bergwerk; Bruch; Furche; Grube; Hohlräume; Höhlung; Mine; Schacht; Steinbruch Bergwerk; Delle; Falz; Friedhöfe; Furche; Grab; Grabgewölbe; Grabhügel; Grabkammer; Grabmal; Grabstelle; Grabstätte; Grube; Gruft; Gräber; Kannelüre; Kiel; Krypta; Rille; Rinne; Ruheort; Schlafstätte; Sprunggrube; Steinbruch; Vertiefung
ouverture bombes Schacht
puits d'ascenseur Fahrstuhlschacht; Schacht
puits de mine Bergwerk; Bruch; Furche; Grube; Hohlräume; Höhlung; Mine; Schacht; Steinbruch Gruben; Mienen; Mienenschächte; Schächte
tige Schacht; Schaft Ast; Ausläufer; Baumzweig; Gehhilfe; Halm; Ranke; Sproß; Stengel; Stiel; Trieb; Zuchtrute; Zweig
verge Schacht; Schaft

Synoniemen voor "Schacht":


Wiktionary: Schacht

Schacht
noun
  1. Bergbau: vertikaler Grubenbau zu einem Stollen
  2. Bauwerk: hohler, meist senkrechter Raum