Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Quantum:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Quantum (Duits) in het Frans

Quantum:

Quantum [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Quantum (Anzahl; Quantität; Menge; Zahl)
    la quantité; le nombre; la somme
    • quantité [la ~] zelfstandig naamwoord
    • nombre [le ~] zelfstandig naamwoord
    • somme [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. Quantum
    la quantité; le quantum

Vertaal Matrix voor Quantum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nombre Anzahl; Menge; Quantität; Quantum; Zahl Numerus; Nummer; Rangnummer; Zahl; Ziffer
quantité Anzahl; Menge; Quantität; Quantum; Zahl Ansammlung; Haufen; Häufung; Masse; Maß; Menge; Partie; Quantität; Stoß
quantum Quantum
somme Anzahl; Menge; Quantität; Quantum; Zahl Addieren; Addierung; Addition; Aneinanderreihung; Aufzählung; Betrag; Dösen; Mittagsruhe; Nickerchen; Schläfchen; Siesta; Summe; Zusammenzählung; Zählung

Wiktionary: Quantum

Quantum
noun
  1. umgangssprachlich: eine bestimmte Menge oder Anzahl von etwas
Quantum
noun
  1. Tout ce qui peut être mesurer ou nombré, de tout ce qui est susceptible d’accroissement ou de diminution.
  2. droit|fr montant (d'une amende, d'une indemnité, d'une part), quotité.

Cross Translation:
FromToVia
Quantum quantité quantum — quantity