Praxis in het Frans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Praxis:
- cabinet de médecin; pratique; entraînement; formation; étude; exercice; expérience; savoir-faire; routine; expérience pratique
Wiktionary:
- Praxis → consultation, cabinet, consultations, pratique, praxis, étude
- Praxis → expérience, en pratique

Duits

Uitgebreide vertaling voor Praxis (Duits) in het Frans

Praxis:

Praxis [die ~] zelfstandig naamwoord

die Praxis (Arztpraxis)
le cabinet de médecin; la pratique; l'entraînement; la formation; l'étude; l'exercice
- cabinet de médecin [le ~] zelfstandig naamwoord
- pratique [la ~] zelfstandig naamwoord
- entraînement [le ~] zelfstandig naamwoord
- formation [la ~] zelfstandig naamwoord
- étude [la ~] zelfstandig naamwoord
- exercice [le ~] zelfstandig naamwoord
die Praxis (Routine; Erfahrung; Geübtheit)
l'expérience; la pratique; le savoir-faire; l'entraînement; l'étude; la routine; la formation; l'exercice
- expérience [la ~] zelfstandig naamwoord
- pratique [la ~] zelfstandig naamwoord
- savoir-faire [le ~] zelfstandig naamwoord
- entraînement [le ~] zelfstandig naamwoord
- étude [la ~] zelfstandig naamwoord
- routine [la ~] zelfstandig naamwoord
- formation [la ~] zelfstandig naamwoord
- exercice [le ~] zelfstandig naamwoord
die Praxis (praktische Erfahrung)
l'expérience pratique
- expérience pratique [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Praxis:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cabinet de médecin	Arztpraxis; Praxis
entraînement	Arztpraxis; Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine	Abrichten; Abrichtung; Ausbildung; Bildung; Dressur; Entwicklung; Erziehung; Jähzorn; Kundig machen; Schulung; Training; Treibstrom
exercice	Arztpraxis; Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine	Ausbildung; Ausübung; Fingerübung; Geschäftsjahr; Körperübung; Rettungsbootübung; Schulung; Training; Übung
expérience	Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine	Anstrengung; Befund; Begeisterung; Beobachtung; Enthusiasmus; Erfahrung; Erkenntnis; Erleben; Erlebnis; Experiment; Test; Versuch
expérience pratique	Praxis; praktische Erfahrung
formation	Arztpraxis; Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine	Ansteigung; Aufstieg; Ausbildung; Bildung; Blüte; Dressur; Entfaltung; Entstehen; Entstehung; Entwicklung; Entwürfe; Erhöhung; Erziehung; Formation; Fortbildung; Fortgang; Fortgänge; Fortschritt; Gestaltung; Kundig machen; Schule; Schulung; Training; Unterricht; Unterrichtswesen; Wachstum; Zunahme; Zuwachs
pratique	Arztpraxis; Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine	Ausübung
routine	Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine	Alltagstrott; Routine
savoir-faire	Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine	Ausflug; Behendigkeit; Eignung; Fertigkeit; Fähigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kapazität; Kenntnis; Kenntnisse; Kniff; Know-how; Kunst; Kunstgriff; Können; Könnerschaft; Künste; Leistungsfähigkeit; Qualität; Sachkenntnis; Sachkunde; Sachverstand; Tauglichkeit; Trick; Tüchtigkeit; Wissen; fachmännischeKönnen
étude	Arztpraxis; Erfahrung; Geübtheit; Praxis; Routine	Kurs; Kursus; Lehrgang; Prüfung; Studium; Test
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pratique		albern; angewandt; anspruchslos; bei weitem; brauchbar; die Praxis betreffend; dumm; einfach; geistlos; glatt; imHandumdrehen; kindisch; leicht; mühelos; nicht schwer; praktisch; schlicht; simpel; stumpf; stumpfsinnig

Synoniemen voor "Praxis":

Wiktionary: Praxis

Praxis

noun

Geschäftsräume eines Arztes oder Juristen
- Praxis → consultation; cabinet
umgangssprachlich, nur Singular: Geschäftszeiten eines Arztes oder Juristen
- Praxis → consultations
nur Singular: die tatsächliche Ausübung
- Praxis → pratique

Praxis

noun

(term, Art ou science) application, usage des règles et des principes, par opposition à théorie, qui en est la connaissance raisonner.
- pratique → Praktik; Praxis
activité codifiée, manière générique de penser la transformation de l'environnement.
- praxis → Praxis
apprentissage, travail pour apprendre ou approfondir des savoirs.
- étude → Büro; Einstudierung; Etüde; Forschung; Kanzlei; Lernen; Praxis; Projektierung; Studie; Studienzeit; Studium

Cross Translation:

From	To	Via
• Praxis	→ expérience	↔ experience — activity which one has performed
• Praxis	→ en pratique	↔ praktijk — hoe dingen werkelijk gaan, soms in tegenstelling tot hoe zaken in theorie zouden moeten functioneren

Verwante vertalingen van Praxis

Remove Ads

Vertaal Praxis van Duits naar Frans

Uitgebreide vertaling voor Praxis (Duits) in het Frans

Praxis:

Praxis [die ~] zelfstandig naamwoord

die Praxis (Arztpraxis)

die Praxis (Routine; Erfahrung; Geübtheit)

die Praxis (praktische Erfahrung)

Vertaal Matrix voor Praxis:

Synoniemen voor "Praxis":

Wiktionary: Praxis

Verwante vertalingen van Praxis