Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal Pfuscher

Vertaal Pfuscher van Duits naar Frans

Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Pfuscher:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Pfuscher (Duits) in het Frans

Pfuscher:

Pfuscher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Pfuscher (Stümper; Kurpfuscher; Scharlatan; Quacksalber)
    le bricoleur
  2. der Pfuscher (Stümper; Panscher; Sudler)
    l'amateur; le bricoleur; le bousilleur; le gâte-métier
  3. der Pfuscher (Quacksalber; Stümper; Scharlatan; Kurpfuscher)
    le charlatan; le bousilleur
  4. der Pfuscher (Stümper)
    le pantes; le manches; le minus; le bousilleurs
    • pantes [le ~] zelfstandig naamwoord
    • manches [le ~] zelfstandig naamwoord
    • minus [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bousilleurs [le ~] zelfstandig naamwoord
  5. der Pfuscher (Stümper)
    le bricoleur; le bousilleur
  6. der Pfuscher (Stümper; Schuster)
    le colificheur; le bousilleur; l'andouille; le drôle de type; le brimborion; le chiffon; la loque; le maladroit; le manchot; l'empoté; le gaffeur; le pauvre diable; le pauvre type

Vertaal Matrix voor Pfuscher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amateur Panscher; Pfuscher; Stümper; Sudler Amateur; Enthusiast; Laie; Liebhaber; Schieber; Schmierer; Schmierfink; Schwindler; Stümper; Sudler
andouille Pfuscher; Schuster; Stümper Dreckskerl; Grobian; Sack; Schuft
bousilleur Kurpfuscher; Panscher; Pfuscher; Quacksalber; Scharlatan; Schuster; Stümper; Sudler Schieber; Schmierer; Schmierfink; Schwindler; Stümper; Sudler
bousilleurs Pfuscher; Stümper
bricoleur Kurpfuscher; Panscher; Pfuscher; Quacksalber; Scharlatan; Stümper; Sudler Bastler; Handarbeiter; Hausierer; Schieber; Schmierer; Schmierfink; Schwindler; Straßenhändler; Stümper; Sudler
brimborion Pfuscher; Schuster; Stümper
charlatan Kurpfuscher; Pfuscher; Quacksalber; Scharlatan; Stümper Angeber; Kurpfuscher; Luftikus; Quacksalber; Scharlatan; Windbeutel; Wunderarzt
chiffon Pfuscher; Schuster; Stümper Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Läppchen; Marke; Putztuch; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Scheuerlappen; Schlacke; Staubtuch; Staubtücher; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff; Surplus; Tuch; Wisch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; wertlose Zeug; Überbleibsel; Überrest
colificheur Pfuscher; Schuster; Stümper
drôle de type Pfuscher; Schuster; Stümper Großmaul; Kauz; Prahler; Prahlhans; Vogel
empoté Pfuscher; Schuster; Stümper Irre; Schwachsinnige
gaffeur Pfuscher; Schuster; Stümper
gâte-métier Panscher; Pfuscher; Stümper; Sudler Arbeitswillige; Schieber; Schmierer; Schmierfink; Schwindler; Stümper; Sudler
loque Pfuscher; Schuster; Stümper Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Läppchen; Stoffetzen; Stofflappen; Wisch; wertlose Zeug
maladroit Pfuscher; Schuster; Stümper
manches Pfuscher; Stümper Deichseln; Gruben; Mienen; Mienenschächte; Schächte; Stiele
manchot Pfuscher; Schuster; Stümper
minus Pfuscher; Stümper Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August
pantes Pfuscher; Stümper
pauvre diable Pfuscher; Schuster; Stümper Blöde; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Gimpel; Hohlkopf; Kuh; Quatschkopf; Schaf; Schafskopf; Schlucker; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Tropf; Trottel; armer Schlucker; dumme Nuß; unglückliche; Ärmste
pauvre type Pfuscher; Schuster; Stümper Schlucker; Stümper; Tropf; Trottel; armer Schlucker; unglückliche; Ärmste
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
maladroit läppisch; stümperhaft
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
empoté aufgeschossen; großwüchsig; hochgewachsen; tölpelhaft
maladroit abgespannt; bäuerisch; derb; doof; dreist; dumm; dünn; eckig; entspannt; flau; flegelhaft; frech; gebrechlich; grob; grobschlächtig; hilflos; hinfällig; indiskret; kantig; klobig; kraftlos; krankhaft; kränklich; lahm; lasch; lustlos; lästig; lümmelhaft; mißlich; nicht elegant; plump; schamlos; schlacksig; schlaff; schlapp; schroff; schwerfällig; schwächlich; stelzbeinig; stumpf; stümperhaft; taktlos; tapprig; tapsig; täppisch; tölpelhaft; umbequem; unanständig; unartig; unbehaglich; unbeholfen; unerzogen; ungehobelt; ungehörig; ungelenk; ungeschickt; ungeschlacht; ungeschliffen; ungesittet; unhandlich; unhöflich; unkultiviert; unmanierlich; unpassend; unverschämt; weich; welk; wild; wässerig; zutäppisch
manchot einhändig

Synoniemen voor "Pfuscher":


Wiktionary: Pfuscher

Cross Translation:
FromToVia
• Pfuscher → bousilleuse; bousilleur ↔ bungler — one who makes mistakes

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2025 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0580 seconde
Page rendered in 1.0 seconds