Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Pächter:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Pächter (Duits) in het Frans

Pächter:

Pächter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Pächter
    le preneur; le fermier
    • preneur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fermier [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Pächter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fermier Pächter Agrarier; Bauer; Bauernlümmel; Bauerntölpel; Landwirt; Lümmel
preneur Pächter Mieter

Synoniemen voor "Pächter":


Wiktionary: Pächter

Pächter
noun
  1. eine Person, die durch einen Pachtvertrag eine Pachtsache - in der Regel eine Liegenschaft oder einen Betrieb - pachten hat

Cross Translation:
FromToVia
Pächter locataire lessee — one to whom a lease is given
Pächter locataire tenant — one who pays a fee in return for the use of land, etc.