Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Objekt (Duits) in het Frans

Objekt:

Objekt [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Objekt (Gegenstand; Artikel; Ding; )
    l'article; l'objet; la chose; le truc; la camelote; le produit
    • article [le ~] zelfstandig naamwoord
    • objet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • chose [la ~] zelfstandig naamwoord
    • truc [le ~] zelfstandig naamwoord
    • camelote [la ~] zelfstandig naamwoord
    • produit [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. Objekt (Problemfall; Fälle; Fall; Geschichte; Scherereien)
    le cas problématique; le problème
  3. Objekt
    l'objet indirect; le complément d'objet indirect
  4. Objekt
    l'objet
    • objet [le ~] zelfstandig naamwoord
  5. Objekt
    le composant

Vertaal Matrix voor Objekt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
article Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug Abfassung; Abhandlung; Arbeit; Artikel; Aufsatz; Beitrag; Brocken; Essay; Geschlechtswort; Klausel; Passus; Publikation; Satz; Stückchen; Textabschnitt; Veröffentlichung; Vortrag
camelote Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug Abschaum; Ausschuß; Auswurf; Gesindel; Kram; Krempel; Krimskrams; Lumpengesindel; Mob; Pöbel; Schund; Zeug; wertloses Zeug
cas problématique Fall; Fälle; Geschichte; Objekt; Problemfall; Scherereien
chose Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug Zeug
complément d'objet indirect Objekt
composant Objekt Anteil; Bestandteil; Element; Faktor; Funktion; Komponente; Segment; Stück; Teil; Teilchen
objet Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug Apparat; Apparatur
objet indirect Objekt
problème Fall; Fälle; Geschichte; Objekt; Problemfall; Scherereien Abhandlung; Affäre; Anfrage; Angelegenheit; Arbeit; Aufgabe; Betreff; Blickpunkt; Blickwinkel; Fall; Frage; Fragestellung; Gesichtspunkt; Gesichtswinkel; Hinsicht; Interpellation; Komplikation; Kompliziertheit; Problem; Sache; Schwierigkeit; Streitfrage; Vortrag; Warte; Zeitpunkt; kleinePunkt
produit Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug Erzeugnis; Fabrikat; Gebilde; Kreation; Kunstobjekt; Kunstwerk; Meisterwerk; Produkt; Schöpfung; Umsatzerlös; Werk
truc Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug Apparat; Apparatur; Gimmick; Kniff; Kunstgriff; Kunststück; Trick; Zauberkunststück; Zaubertrick; Zeug
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
produit fertiggestellt; gemacht; geschaffen; hergestellt; passiert; produziert

Synoniemen voor "Objekt":


Wiktionary: Objekt

Objekt
noun
  1. Gegenstand, auf den sich jemand bezieht, auf den das Denken oder Handeln ausgerichtet ist
Objekt
noun
  1. Permet de désigner un objet, une idée, un concept ou une abstraction quelconque, sans avoir à l’identifier ou à le nommer
  2. chose tangible et visible, concrète. Chose perceptible par la vue et le toucher. Chose, dans un sens indéterminé.

Cross Translation:
FromToVia
Objekt objet object — thing
Objekt objet object — in grammar
Objekt objet object — in object-oriented programming
Objekt objet voorwerp — een object, iets dat fysiek bestaat
Objekt objet object — voorwerp

Verwante vertalingen van Objekt