Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Napf:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Napf (Duits) in het Frans

Napf:

Napf [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Napf (Schale; Behälter; Schüssel; Gefäß)
    le bac; la mangeoire; la gamelle; le récipient; la jatte
    • bac [le ~] zelfstandig naamwoord
    • mangeoire [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gamelle [la ~] zelfstandig naamwoord
    • récipient [le ~] zelfstandig naamwoord
    • jatte [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Napf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bac Behälter; Gefäß; Napf; Schale; Schüssel Abiturzeugnis; Abschlußzeugnis; Diplom; Futterkrippe; Futtertrog; Reifezeugnis
gamelle Behälter; Gefäß; Napf; Schale; Schüssel Futterkrippe; Futtertrog; Speisekessel
jatte Behälter; Gefäß; Napf; Schale; Schüssel Bowle; Futterkrippe; Futtertrog
mangeoire Behälter; Gefäß; Napf; Schale; Schüssel Futterkrippe; Futtertrog; Krippe
récipient Behälter; Gefäß; Napf; Schale; Schüssel Futterkrippe; Futtertrog; Sammelbecken; Speicherbecken

Synoniemen voor "Napf":


Wiktionary: Napf

Napf
noun
  1. ein kleines Gefäß oder eine kleine Schüssel ohne Deckel
Napf
noun
  1. Espèce de vase rond, tout d'une pièce et sans rebord, de profondeur intermédiaire entre un grand bol et une écuelle. Généralement en terre cuite, en faïence ou en porcelaine, plus rarement en bois, elle est utilisée dans la confection de plusieurs mets comme les compotes ou les entremets, d