Marsch in het Frans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Marsch:
- échappée; excursion; promenade; incursion; marche; avance; approchement; approche
- prés-salés
Wiktionary:
- Marsch → marche, marais

Duits

Uitgebreide vertaling voor Marsch (Duits) in het Frans

Marsch:

Marsch [der ~] zelfstandig naamwoord

der Marsch (Ausflug; Exkursion; Schulausflug; Reise; Fahrt; Ritt; Ausfahrt; Spazierfahrt; Erkundung; Spritzfahrt; Studienreise; Tour; Lehrausflug; Exkurs; Expedition; Erkundungsfahrt)
l'échappée; l'excursion; la promenade; l'incursion
- échappée [la ~] zelfstandig naamwoord
- excursion [la ~] zelfstandig naamwoord
- promenade [la ~] zelfstandig naamwoord
- incursion [la ~] zelfstandig naamwoord
der Marsch (Aufmarsch; Vormarsch; Anmarsch)
la marche; l'avance; l'approchement; l'approche
- marche [la ~] zelfstandig naamwoord
- avance [la ~] zelfstandig naamwoord
- approchement [le ~] zelfstandig naamwoord
- approche [la ~] zelfstandig naamwoord

Marsch [die ~] zelfstandig naamwoord

die Marsch (Deichvorländer)
le prés-salés
- prés-salés [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Marsch:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
approche	Anmarsch; Aufmarsch; Marsch; Vormarsch	Anmarsch; Annaeherungsart; Annäherung; Anzug; Arbeitsmethode; Arbeitsweise; Aufrücken; Bemühung; Entgegenkommen; Methode; Verfahren; Vorgehen
approchement	Anmarsch; Aufmarsch; Marsch; Vormarsch	Anmarsch; Annäherung; Anzug; Avance
avance	Anmarsch; Aufmarsch; Marsch; Vormarsch	Anmarsch; Anzug; Beihilfe; Beistand; Darlehen; Führung; Spitze; Subvention; Unterstützung; Vorschuß; Vorsprung; Zuschuß; Zuwendung
excursion	Ausfahrt; Ausflug; Erkundung; Erkundungsfahrt; Exkurs; Exkursion; Expedition; Fahrt; Lehrausflug; Marsch; Reise; Ritt; Schulausflug; Spazierfahrt; Spritzfahrt; Studienreise; Tour	Ausflug; Exkursion; Fahrt; Fußwanderung; Gastspielreise; Irrfahrt; Lehrausflug; Passage; Reise; Route; Rundfahrt; Rundläufe; Rundreise; Schulausflug; Seereise; Spazierfahrt; Spritzfahrt; Spritztour; Studienreise; Tagesausflug; Tagestour; Tour; Vergnügungsfahrt; Vergnügungsreise; Wanderfahrt; Wanderung; lästige Arbeit; Überfahrt
incursion	Ausfahrt; Ausflug; Erkundung; Erkundungsfahrt; Exkurs; Exkursion; Expedition; Fahrt; Lehrausflug; Marsch; Reise; Ritt; Schulausflug; Spazierfahrt; Spritzfahrt; Studienreise; Tour	Eindringen; Einschleichen; Eintreten; Hineingehen
marche	Anmarsch; Aufmarsch; Marsch; Vormarsch	Böschung; Durchreise; Durchzug; Fortbewegung; Geschwindigkeit; Schnelligkeit; Sport; Stufe; Stufen einer Leiter; Tempo; Wandersport
promenade	Ausfahrt; Ausflug; Erkundung; Erkundungsfahrt; Exkurs; Exkursion; Expedition; Fahrt; Lehrausflug; Marsch; Reise; Ritt; Schulausflug; Spazierfahrt; Spritzfahrt; Studienreise; Tour	Ausflug; Bummel; Bürgersteig; Exkursion; Fahrt; Fußpfad; Fußsteig; Fußwanderung; Fußweg; Gastspielreise; Gehsteig; Gehweg; Lehrausflug; Passage; Promenade; Reise; Route; Rundfahrt; Rundläufe; Rundreise; Schulausflug; Seereise; Spazieren; Spazierfahrt; Spaziergang; Spritzfahrt; Studienreise; Tagesausflug; Tagestour; Tour; Vergnügungsreise; kleine Wanderung; lästige Arbeit; Überfahrt
prés-salés	Deichvorländer; Marsch
échappée	Ausfahrt; Ausflug; Erkundung; Erkundungsfahrt; Exkurs; Exkursion; Expedition; Fahrt; Lehrausflug; Marsch; Reise; Ritt; Schulausflug; Spazierfahrt; Spritzfahrt; Studienreise; Tour	Durchblick; Guckloch; Gucklöcher

Synoniemen voor "Marsch":

Marschland; Polder; Sumpfgebiet; Sumpfland
Fußreise; Wanderung
Marschmusik; Militärmusik; Musikstück; Stück; Titel

Wiktionary: Marsch

Cross Translation:

From	To	Via
• Marsch	→ marche	↔ march — formal, rhythmic way of walking
• Marsch	→ marche	↔ march — song in the genre of music written for marching
• Marsch	→ marais	↔ marsh — area of low, wet land

Verwante vertalingen van Marsch

Marsch Uniform

Remove Ads

Vertaal Marsch van Duits naar Frans

Uitgebreide vertaling voor Marsch (Duits) in het Frans

Marsch:

Marsch [der ~] zelfstandig naamwoord

der Marsch (Ausflug; Exkursion; Schulausflug; Reise; Fahrt; Ritt; Ausfahrt; Spazierfahrt; Erkundung; Spritzfahrt; Studienreise; Tour; Lehrausflug; Exkurs; Expedition; Erkundungsfahrt)

der Marsch (Aufmarsch; Vormarsch; Anmarsch)

Marsch [die ~] zelfstandig naamwoord

die Marsch (Deichvorländer)

Vertaal Matrix voor Marsch:

Synoniemen voor "Marsch":

Wiktionary: Marsch

Verwante vertalingen van Marsch