Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Mai:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Mai (Duits) in het Frans

Mai:

Mai [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Mai
    le mai; le mois de mai
    • mai [le ~] zelfstandig naamwoord
    • mois de mai [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Mai:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mai Mai
mois de mai Mai

Synoniemen voor "Mai":

  • fünfter Monat des Jahres; Wonnemonat; Wonnemond; Jahreszwölftel; Monat

Wiktionary: Mai

Mai
noun
  1. der fünfte Monat im Jahr

Cross Translation:
FromToVia
Mai mai May — fifth month of the Gregorian calendar

Verwante vertalingen van Mai