Lohn in het Frans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Lohn:
- rémunération; salaire; récompense; honoraire; honoraires; rétribution; traitement; gages; prime; cachet; appointements; droit de l'inventeur; paye; solde; revenus; ressources; gains; paie
Wiktionary:
- Lohn → salaire
- Lohn → revenus, salaire

Duits

Uitgebreide vertaling voor Lohn (Duits) in het Frans

Lohn:

Lohn [der ~] zelfstandig naamwoord

der Lohn (Belohnung; Honorar; Gehalt; Bezahlung; Verdienst; Entgeld; Gage; Einkommen; Besoldung; Einkünfte)
la rémunération; le salaire; la récompense; l'honoraire; l'honoraires; la rétribution; le traitement; le gages; la prime; le cachet; l'appointements; le droit de l'inventeur
- rémunération [la ~] zelfstandig naamwoord
- salaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- récompense [la ~] zelfstandig naamwoord
- honoraire [le ~] zelfstandig naamwoord
- honoraires [le ~] zelfstandig naamwoord
- rétribution [la ~] zelfstandig naamwoord
- traitement [le ~] zelfstandig naamwoord
- gages [le ~] zelfstandig naamwoord
- prime [la ~] zelfstandig naamwoord
- cachet [le ~] zelfstandig naamwoord
- appointements [le ~] zelfstandig naamwoord
- droit de l'inventeur [le ~] zelfstandig naamwoord
der Lohn (Gehalt; Einkommen; Besoldung; Verdienst; Monatslohn; Erwerbseinkünfte)
le salaire; la rémunération; la paye; la rétribution; le traitement; la solde; le gages; l'appointements
- salaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- rémunération [la ~] zelfstandig naamwoord
- paye [la ~] zelfstandig naamwoord
- rétribution [la ~] zelfstandig naamwoord
- traitement [le ~] zelfstandig naamwoord
- solde [la ~] zelfstandig naamwoord
- gages [le ~] zelfstandig naamwoord
- appointements [le ~] zelfstandig naamwoord
der Lohn (Gehalt; Einkommen; Besoldung; Verdienst; Monatslohn; Erwerbseinkünfte; Einkünfte)
le salaire; le revenus; la paye; la ressources; la solde; le gages; la récompense
- salaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- revenus [le ~] zelfstandig naamwoord
- paye [la ~] zelfstandig naamwoord
- ressources [la ~] zelfstandig naamwoord
- solde [la ~] zelfstandig naamwoord
- gages [le ~] zelfstandig naamwoord
- récompense [la ~] zelfstandig naamwoord
der Lohn (Einkünfte; Verdienste; Einkommen; Gehalt; Bezüge; Besoldung)
le revenus; la ressources; le gains; la rétribution; le salaire; la paye; la rémunération; le traitement; l'appointements
- revenus [le ~] zelfstandig naamwoord
- ressources [la ~] zelfstandig naamwoord
- gains [le ~] zelfstandig naamwoord
- rétribution [la ~] zelfstandig naamwoord
- salaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- paye [la ~] zelfstandig naamwoord
- rémunération [la ~] zelfstandig naamwoord
- traitement [le ~] zelfstandig naamwoord
- appointements [le ~] zelfstandig naamwoord
der Lohn (Bezahlung; Besoldung; Verdienst; Gehalt; Einkommen; Arbeitslohn)
la paie; l'appointements; la solde; le salaire; la paye
- paie [la ~] zelfstandig naamwoord
- appointements [le ~] zelfstandig naamwoord
- solde [la ~] zelfstandig naamwoord
- salaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- paye [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Lohn:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
appointements	Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Erwerbseinkünfte; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Monatslohn; Verdienst; Verdienste	Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Gehalt
cachet	Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Verdienst	Abstempeln; Amtssiegel; Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Charaktereigenschaft; Charakteristik; Eigenschaft; Einkommen; Garantieschein; Gepräge; Klebemarke; Lacksiegel; Marke; Siegel; Siegelabdruck; Stempel; Stempelbogen; Stempelmarke; Stempeln
droit de l'inventeur	Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Verdienst	Finderlohn
gages	Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Erwerbseinkünfte; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Monatslohn; Verdienst	Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Pfande; Unterpfande
gains	Besoldung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Gehalt; Lohn; Verdienste
honoraire	Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Verdienst	Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen
honoraires	Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Verdienst
paie	Arbeitslohn; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Gehalt; Lohn; Verdienst	Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen
paye	Arbeitslohn; Besoldung; Bezahlung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Erwerbseinkünfte; Gehalt; Lohn; Monatslohn; Verdienst; Verdienste	Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Gehalt
prime	Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Verdienst	Arbeitslohn; Aufgeld; Aufschlag; Aufwendung; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Bonus; Ehrerbietung erweisen; Einkommen; Extravergütung; Gewinn; Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gewinnbeteiligung; Gewinnquote; Gratifikation; Kosten; Preis; Prämie; Rest; Restbestand; Reste; Surplus; Tantieme; Versicherungsprämie; Zugabe; Zuschlag; Zuviel; Überrest; Überschuß
ressources	Besoldung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Erwerbseinkünfte; Gehalt; Lohn; Monatslohn; Verdienst; Verdienste	Finanzen; Geld; Geldbestand; Gelder; Geldmittel; Kapital; Kapitalgut; Vermögen; finanziellen Mittel
revenus	Besoldung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Erwerbseinkünfte; Gehalt; Lohn; Monatslohn; Verdienst; Verdienste	Einkommen; Gehalt
récompense	Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Erwerbseinkünfte; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Monatslohn; Verdienst	Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Gehalt; Vergeltung
rémunération	Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Erwerbseinkünfte; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Monatslohn; Verdienst; Verdienste	Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Gehalt; Vergeltung; Vergütung
rétribution	Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Erwerbseinkünfte; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Monatslohn; Verdienst; Verdienste	Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Gehalt
salaire	Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Erwerbseinkünfte; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Monatslohn; Verdienst; Verdienste	Anfertigungskosten; Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Gehalt; Herstellungskosten; Lohn und Gehalt
solde	Arbeitslohn; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Erwerbseinkünfte; Gehalt; Lohn; Monatslohn; Verdienst	Arbeitslohn; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Bilanz; Einkommen; Gelegenheitskauf; Okkasion; Saldo; Schnäppchen; Sold; Überschuß
traitement	Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Erwerbseinkünfte; Gage; Gehalt; Honorar; Lohn; Monatslohn; Verdienst; Verdienste	Arbeitslohn; Batch; Beaufsichtigung; Beeinflussung; Begegnung; Behandlung; Belohnung; Besoldung; Bewachung; Bezahlung; Einkommen; Kontrolle; Manipulation; Mehraufwand; Stapel; Therapie; Verarbeitung; Verwertung
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
solde		Kontensaldo; Kontosaldo; Kontostand; Saldo
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
honoraire		Titular; ehrenamtlich; unbesoldet

Synoniemen voor "Lohn":

Abgeltung; Arbeitsentgelt; Aufwandsentschädigung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Entgelt; Entlohnung; Gage; Gehalt; Gratifikation; Honorar; Kostenerstattung; Lohntüte; Salair; Salär; Sold; Tantieme; Vergütung

Wiktionary: Lohn

Lohn

noun

übertragen: Konsequenz oder Resultat einer Handlung
- Lohn → salaire
Vergütung für eine geleistete Arbeit der Arbeiter
- Lohn → salaire

Cross Translation:

From	To	Via
• Lohn	→ revenus	↔ earnings — wages, money earned, income
• Lohn	→ salaire	↔ remuneration — a payment for work done; wages, salary, emolument
• Lohn	→ salaire	↔ wage — money paid to a worker
• Lohn	→ salaire	↔ loon — financiële vergoeding voor geleverde arbeid

Verwante vertalingen van Lohn

Lohn für Jugendliche

Remove Ads

Vertaal Lohn van Duits naar Frans

Uitgebreide vertaling voor Lohn (Duits) in het Frans

Lohn:

Lohn [der ~] zelfstandig naamwoord

der Lohn (Belohnung; Honorar; Gehalt; Bezahlung; Verdienst; Entgeld; Gage; Einkommen; Besoldung; Einkünfte)

der Lohn (Gehalt; Einkommen; Besoldung; Verdienst; Monatslohn; Erwerbseinkünfte)

der Lohn (Gehalt; Einkommen; Besoldung; Verdienst; Monatslohn; Erwerbseinkünfte; Einkünfte)

der Lohn (Einkünfte; Verdienste; Einkommen; Gehalt; Bezüge; Besoldung)

der Lohn (Bezahlung; Besoldung; Verdienst; Gehalt; Einkommen; Arbeitslohn)

Vertaal Matrix voor Lohn:

Synoniemen voor "Lohn":

Wiktionary: Lohn

Verwante vertalingen van Lohn