Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal Lausbub

Vertaal Lausbub van Duits naar Frans

Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Lausbub:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Lausbub (Duits) in het Frans

Lausbub:

Lausbub [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Lausbub (Bengel; Rotznase; Schelm)
    l'espiègle; le polisson; le gamin
    • espiègle [le ~] zelfstandig naamwoord
    • polisson [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gamin [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Lausbub (Schmutzfink; Schalk; Ekel; )
    l'espiègle; le gaillard; le misérable; le farceur; la paillasse; le plaisantin; le clown

Vertaal Matrix voor Lausbub:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clown Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts Clown; Dummkopf; Figur; Geck; Geisteskranke; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Joker; Komiker; Mensch; Narr; Rohling; Schalk; Schelm; Scherzbold; Schlappschwanz; Schwächling; Spaßvogel; Tollkopf; Tor; Tröttel; Tölpel; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige; Witzbold
espiègle Bengel; Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Rotznase; Schalk; Schelm; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts Bengel; Flegel; Frechdachs; Gauner; Komiker; Lausbube; Lausejunge; Lümmel; Racker; Rüpel; Schalk; Schelm; Scherzbold; Schlauberger; Schurke; Spaßvogel; Straßenjunge; Taugenichts; Witzbold
farceur Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts Fopper; Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold
gaillard Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts Herr; Kerl; Mann; Subjekt; Typ
gamin Bengel; Lausbub; Rotznase; Schelm Bube; Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kauz; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleinkind; Knabe; Knirps; Sprößling; Straßenjunge; Vogel; Wicht
misérable Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts Aas; Arme; Bummelant; Bummler; Dreckskerl; Drückeberger; Drückebergerin; Ekel; Faulenzer; Faulpelz; Ferkel; Flasche; Flegel; Gauner; Giftnudel; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Luder; Lump; Müßiggänger; Nichtsnutz; Rabauke; Schalk; Schelm; Schlange; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schweinigel; Sclappschwanz; Spitzbube; Stinker; Strick; Tagedieb; Taugenichts; Widerling; elende Kerl; geriebeneKerl; gescheiterte Existenz
paillasse Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Strohmaatraze; Strohsack; Strohsäcke; Witzbold
plaisantin Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Scherzfigur; Spaßvogel; Witzbold
polisson Bengel; Lausbub; Rotznase; Schelm Bengel; Drecksau; Dreckschwein; Dreckspatz; Flegel; Frechdachs; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Grobian; Gör; Halunke; Hundsfott; Kriminelle; Lausbube; Lausejunge; Lumpenkerl; Lümmel; Mißgestalt; Nichtsnutz; Racker; Rüpel; Sau; Schalk; Schalke; Schelm; Scherzbold; Scheusal; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schurke; Schweinigel; Spitzbube; Straßenjunge; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; häßliche Kerl; Übeltäter
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
espiègle amüsant; angenehm; drollig; fesch; geistreich; gesellig; humoristisch; komisch; lustig; pfiffig; possenhaft; possierlich; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; spaßig; ulkig; vergnüglich; vergnügt; witzig
gamin bubenhaft; jungenhaft; knabenhaft; komisch; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; verschmitzt
misérable armselig; armutig; dünn; dürftig; dürr; elend; elende; empfindlich; eng; erbärmlich; erbärmliche; fatal; fein; flau; freudlos; gebrechlich; gedrungen; gering; geringfügig; grundlos; hager; handlich; hilflos; hinfällig; hohl; jämmerlich; jämmerliche; karg; katastrophal; klein; kläglich; knapp; kränklich; kärglich; lahm; lumpig; lustlos; mager; matt; miserabel; mittellos; nichtig; schadhaft; schlaff; schlapp; schlecht; schlottrig; schmächtig; schwach; schwächlich; schäbig; schütter; sehrklein; sparsam; spärlich; trocken; träge; unansehnlich; unglücklich; unglückselig; ungültig; unheilvoll; unpäßlich; unscheinbar; unselig; vergänglich; verhängnisvoll; verlottert; verludert; winzig; zerbrechlich; zerlumpt; ärmlich; öde
polisson bissig; bubenhaft; falsch; fehlerhaft; hündig; jungenhaft; knabenhaft; komisch; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; unrichtig; verkehrt; verschmitzt

Synoniemen voor "Lausbub":


Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2025 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0676 seconde
Page rendered in 1.0 seconds