Landgut in het Frans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Landgut:
- propriété; domaine; terre; propriété à la campagne; terres; propriété immobilière; propriété foncière; fonds immobiliers; biens immeubles; biens immobiliers
Wiktionary:
- Landgut → domaine, fonds, propriété
- Landgut → domaine, propriété

Duits

Uitgebreide vertaling voor Landgut (Duits) in het Frans

Landgut:

Landgut [das ~] zelfstandig naamwoord

Landgut (Landsitz)
la propriété; le domaine; la terre
- propriété [la ~] zelfstandig naamwoord
- domaine [le ~] zelfstandig naamwoord
- terre [la ~] zelfstandig naamwoord
Landgut (Landsitz)
la propriété à la campagne; le domaine; la propriété; la terres
- propriété à la campagne [la ~] zelfstandig naamwoord
- domaine [le ~] zelfstandig naamwoord
- propriété [la ~] zelfstandig naamwoord
- terres [la ~] zelfstandig naamwoord
Landgut (Immobilien; Gebäude; Haus; Grundstück; Hof; Gut; Häuser; Güter; Höfe; Landsitz; Grundbesitz)
la propriété immobilière; la propriété foncière; le fonds immobiliers; le biens immeubles; le biens immobiliers
- propriété immobilière [la ~] zelfstandig naamwoord
- propriété foncière [la ~] zelfstandig naamwoord
- fonds immobiliers [le ~] zelfstandig naamwoord
- biens immeubles [le ~] zelfstandig naamwoord
- biens immobiliers [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Landgut:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
biens immeubles	Gebäude; Grundbesitz; Grundstück; Gut; Güter; Haus; Hof; Häuser; Höfe; Immobilien; Landgut; Landsitz
biens immobiliers	Gebäude; Grundbesitz; Grundstück; Gut; Güter; Haus; Hof; Häuser; Höfe; Immobilien; Landgut; Landsitz	Grundbesitz; unbewegliche Güter
domaine	Landgut; Landsitz	Atmosphäre; Baugelände; Bauland; Baustelle; Bereich; Bezirk; Domäne; Ebene; Einsatz; Einsätze; Fläche; Garten; Gau; Gebiet; Gebietsteil; Gebäude; Gegend; Gelände; Grundstück; Gut; Haus; Häuser; Kavelung; Landstrich; Landstriche; Ort; Parzelle; Posten; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Revier; Sphäre; Stimmung; Teil des Staates; Territorium; Zone
fonds immobiliers	Gebäude; Grundbesitz; Grundstück; Gut; Güter; Haus; Hof; Häuser; Höfe; Immobilien; Landgut; Landsitz	Grundbesitz; unbewegliche Güter
propriété	Landgut; Landsitz	Besitz; Besitztum; Besonderheit; Bestand; Charakterbeschreibung; Charaktereigenschaft; Charakterisierung; Charakteristik; Charakterschilderung; Charakterskizze; Domäne; Eigenart; Eigenschaft; Eigentum; Eignung; Einschläge; Grundbesitz; Grundeigentum; Habe; Hausmobiliar; Hausrat; Inventar; Landbesitz; Landeigentum; Mobiliar; Recht; Spur
propriété foncière	Gebäude; Grundbesitz; Grundstück; Gut; Güter; Haus; Hof; Häuser; Höfe; Immobilien; Landgut; Landsitz	Grundbesitz; Grundeigentum; Landbesitz; Landeigentum; unbewegliche Güter
propriété immobilière	Gebäude; Grundbesitz; Grundstück; Gut; Güter; Haus; Hof; Häuser; Höfe; Immobilien; Landgut; Landsitz	Eigentum an unbeweglichen Sachen; Grundbesitz; unbewegliche Güter
propriété à la campagne	Landgut; Landsitz	Herrengut; Herrenhaus; Häuschen; Landhaus; Landhäuser; Rittergut
terre	Landgut; Landsitz	Boden; Bodenkrume; Erde; Grund; Land; Ufer; Wall; Welt
terres	Landgut; Landsitz	Domäne; Äcker
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
domaine		Bereich; Domäne; Domäne der obersten Ebene; Gattung; TLD; Top-Level-Domain

Synoniemen voor "Landgut":

Bauernhof; Gutshof; Bau; Bauwerk; Gebäude; Gemäuer

Wiktionary: Landgut

Landgut

noun

Propriété d’une assez vaste étendue et contenant des biens-fonds de diverse nature. (Sens général)
- domaine → Bauernhof; Besitzung; Gut; Landgut; Bauerngut
ensemble de biens matériels ou immatériels servant à l’usage principal d’une activité.
- fonds → Deckungsmittel; Gelder; Kapital; Bauernhof; Besitzung; Gut; Landgut; Bauerngut
Traductions à trier suivant le sens
- propriété → Beschaffenheit; Güte; Bauernhof; Besitzung; Gut; Landgut; Bauerngut

Cross Translation:

From	To	Via
• Landgut	→ domaine; propriété	↔ estate — area of land under single ownership

Remove Ads

Vertaal Landgut van Duits naar Frans

Uitgebreide vertaling voor Landgut (Duits) in het Frans

Landgut:

Landgut [das ~] zelfstandig naamwoord

Landgut (Landsitz)

Landgut (Landsitz)

Landgut (Immobilien; Gebäude; Haus; Grundstück; Hof; Gut; Häuser; Güter; Höfe; Landsitz; Grundbesitz)

Vertaal Matrix voor Landgut:

Synoniemen voor "Landgut":

Wiktionary: Landgut