Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal Läufer

Vertaal Läufer van Duits naar Frans

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Läufer:
- jogger; coureur; marcheur; sprinter; descente de lit; paillasson
Wiktionary:
- Läufer → coureur, courrier, fou, tapis de couloir
- Läufer → fou, coureur, coureuse

Duits

Uitgebreide vertaling voor Läufer (Duits) in het Frans

Läufer:

Läufer [der ~] zelfstandig naamwoord

der Läufer (Jogger; Schnelläufer; Sprinter)
le jogger; le coureur; le marcheur; le sprinter
- jogger [le ~] zelfstandig naamwoord
- coureur [le ~] zelfstandig naamwoord
- marcheur [le ~] zelfstandig naamwoord
- sprinter [le ~] zelfstandig naamwoord
der Läufer (Matte; Vorleger)
la descente de lit; le paillasson
- descente de lit [la ~] zelfstandig naamwoord
- paillasson [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Läufer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
coureur	Jogger; Läufer; Schnelläufer; Sprinter	Herrenfahrer; Laufvogel; Radrennfahrer; Raser; Rennfahrer; Schnelligkeitsfanat; Schnelläufer; Sprinter
descente de lit	Läufer; Matte; Vorleger	Fußmatte; Matte; Vorleger
jogger	Jogger; Läufer; Schnelläufer; Sprinter
marcheur	Jogger; Läufer; Schnelläufer; Sprinter	Fußgänger; Radrennfahrer
paillasson	Läufer; Matte; Vorleger	Arbeitstier; Arschkrieger; Fußmatte; Kokosmatte; Kriecher; Matte; Prügelknabe; Rasendecke; Schleicher; Speichellecker; Strohmatte; Türmatte; Vorleger
sprinter	Jogger; Läufer; Schnelläufer; Sprinter	Schnelläufer; Sprinter
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sprinter		eilen; galoppieren; hasten; hetzen; jagen; laufen; rasen; rennen; schnelllaufen; schuften; springen; sprinten; spritzen; spurten; stürzen; traben; wettlaufen; wetzen

Synoniemen voor "Läufer":

oberer Mühlstein
Abspannung; Anker
Läuferstein im Mauerwerk
Teppichvorleger

Wiktionary: Läufer

Läufer

noun

Person, die an einem Wettlauf teilnimmt, die sich laufend vorwärtsbewegt
- Läufer → coureur
anderes Wort für Fußboten
- Läufer → courrier
Schachfigur, die man nur diagonal bewegen darf
- Läufer → fou
langer und schmaler Teppich
- Läufer → tapis de couloir

Läufer

noun

Pièce du jeu d’échecs.
- fou → Läufer

Cross Translation:

From	To	Via
• Läufer	→ fou	↔ bishop — chess piece
• Läufer	→ coureur; coureuse	↔ runner — somebody who runs, who moves at a fast pace
• Läufer	→ fou	↔ raadsheer — raadsheer
• Läufer	→ coureur	↔ hardloper — een mannelijke beoefenaar van de hardloopsport