Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal Lärm

Vertaal Lärm van Duits naar Frans

Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Lärm:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Lärm (Duits) in het Frans

Lärm:

Lärm [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Lärm (Tumult; Spektakel; Krach; )
    le bruit; le tapage; le tumulte; le vacarme; le brouhaha; le chahut
    • bruit [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tapage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tumulte [le ~] zelfstandig naamwoord
    • vacarme [le ~] zelfstandig naamwoord
    • brouhaha [le ~] zelfstandig naamwoord
    • chahut [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Lärm (Rührigkeit; Radau)
    le tapage; le grand bruit
  3. der Lärm (Krawall; Geschrei; Spektakel; Geheul)
    le vacarme; le clameur
    • vacarme [le ~] zelfstandig naamwoord
    • clameur [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Lärm (Krach; Radau)
    la cabale; le boucan
    • cabale [la ~] zelfstandig naamwoord
    • boucan [le ~] zelfstandig naamwoord
  5. der Lärm
    le bruit
    • bruit [le ~] zelfstandig naamwoord

Lärm [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Lärm (Radau)
    le bruit; le tapage; le vacarme
    • bruit [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tapage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • vacarme [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Lärm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boucan Krach; Lärm; Radau
brouhaha Andrang; Aufruhr; Betrieb; Krach; Lärm; Radau; Rummel; Skandal; Spektakel; Spuk; Strudel; Trubel; Tumult; Umtrieb; starkeVerkehr Betrieb; Gemurmel; Geräusch; Gesumm; Getreibe; Gewirr; Trubel; Tumult
bruit Andrang; Aufruhr; Betrieb; Krach; Lärm; Radau; Rummel; Skandal; Spektakel; Spuk; Strudel; Trubel; Tumult; Umtrieb; starkeVerkehr Aufregung; Aufruhr; Gebrüll; Gekreisch; Gemurmel; Geräusch; Geschrei; Gesumm; Krach; Kreischen; Radau; Schreien; Spektakel; Trara; Trubel; Tumult; Zetergeschrei; aufheben
cabale Krach; Lärm; Radau Aufruhr; Krach; Radau; Spektakel; Trara; Trubel; Tumult
chahut Andrang; Aufruhr; Betrieb; Krach; Lärm; Radau; Rummel; Skandal; Spektakel; Spuk; Strudel; Trubel; Tumult; Umtrieb; starkeVerkehr Andrang; Aufregung; Aufruhr; Beschäftigung; Betriebsamkeit; Chaos; Durcheinander; Emsigkeit; Gebrüll; Gedränge; Gedrängtheit; Geschäftigkeit; Geselligkeit; Getreibe; Getue; Getöse; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Krach; Krawall; Lebendigkeit; Lebhaftigkeit; Ordnungswidrigkeit; Pfuscherei; Radau; Regsamkeit; Rummel; Sauwirtschaft; Schmiererei; Schutthaufen; Spektakel; Sudelei; Trara; Treiben; Trubel; Trümmerhaufen; Tumult; Wirrwarr; reges Leben
clameur Geheul; Geschrei; Krawall; Lärm; Spektakel Gebrüll; Gekreisch; Geschrei
grand bruit Lärm; Radau; Rührigkeit
tapage Andrang; Aufruhr; Betrieb; Krach; Lärm; Radau; Rummel; Rührigkeit; Skandal; Spektakel; Spuk; Strudel; Trubel; Tumult; Umtrieb; starkeVerkehr Anklopfen; Aufruhr; Beklopfen; Betrieb; Brocken; Geräusch; Getreibe; Gewirr; Klamauk; Klumpen; Krach; Radau; Spektakel; Tamtam; Trara; Trubel; Tumult; abklopfen; hämmerndes Geräusch
tumulte Andrang; Aufruhr; Betrieb; Krach; Lärm; Radau; Rummel; Skandal; Spektakel; Spuk; Strudel; Trubel; Tumult; Umtrieb; starkeVerkehr Andrang; Auflauf; Auflehnung; Aufregung; Aufruhr; Aufstand; Beschäftigung; Betrieb; Betriebsamkeit; Durcheinander; Empörung; Emsigkeit; Erhebung; Gebrüll; Gedränge; Gedrängtheit; Gekreisch; Geräusch; Geschrei; Geschäftigkeit; Geselligkeit; Getreibe; Getue; Getöse; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Gezänk; Hektik; Krach; Krawall; Kreischen; Lebendigkeit; Lebhaftigkeit; Radau; Rebellion; Regsamkeit; Ruhelosigkeit; Rummel; Scherrerei; Schlägerei; Schreien; Sensation; Spektakel; Trara; Treiben; Trubel; Tumult; Unruhe; Volksaufstand; Volkserhebung; Widerstand; Zetergeschrei; reges Leben
vacarme Andrang; Aufruhr; Betrieb; Geheul; Geschrei; Krach; Krawall; Lärm; Radau; Rummel; Skandal; Spektakel; Spuk; Strudel; Trubel; Tumult; Umtrieb; starkeVerkehr Andrang; Aufruhr; Beschäftigung; Betrieb; Betriebsamkeit; Emsigkeit; Gebrüll; Gedränge; Gedrängtheit; Gejohle; Gejubel; Gekreisch; Gemurmel; Geräusch; Geschrei; Geschäftigkeit; Geselligkeit; Gesumm; Getreibe; Getue; Getöse; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Krach; Kreischen; Lebendigkeit; Lebhaftigkeit; Radau; Regsamkeit; Rummel; Schreien; Spektakel; Trara; Treiben; Trubel; Tumult; Zetergeschrei; reges Leben

Synoniemen voor "Lärm":


Wiktionary: Lärm

Lärm
noun
  1. subjektiv als unangenehm empfundener Schall, der unerwünschte Auswirkungen auf den Menschen hat (etwa das Gehör schädigt, krank machen kann, stört oder belästigt)
Lärm
noun
  1. Manifestation sonore déplaisante
Cross Translation:
FromToVia
• Lärm → boucan; vacarme ↔ din — loud noise
• Lärm → bagarre ↔ fracas — a noisy disorderly quarrel
• Lärm → bruit; brouhaha; vacarme ↔ noise — various sounds, usually unwanted
• Lärm → vacarme; tintamarre ↔ racket — loud noise
• Lärm → bruit ↔ lawaai — luid en storend geluid
• Lärm → tapage ↔ herrie — veel en onaangenaam geluid

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Lärm







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0636 seconde
Page rendered in 1.0 seconds