Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal Krise

Vertaal Krise van Duits naar Frans

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Krise:
- crise; recession; dépression; période critique
Wiktionary:
- Krise → crise
- Krise → crise

Duits

Uitgebreide vertaling voor Krise (Duits) in het Frans

Krise:

Krise [die ~] zelfstandig naamwoord

die Krise (niedrige Konjunktur)
la crise; la recession; la dépression; la période critique
- crise [la ~] zelfstandig naamwoord
- recession [la ~] zelfstandig naamwoord
- dépression [la ~] zelfstandig naamwoord
- période critique [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Krise:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
crise	Krise; niedrige Konjunktur	Alarm; Armut; Depression; Einsturz; Einstürzen; Elend; Flaute; Gehirnblutung; Hilfsbedürftigkeit; Jammer; Niedergang; Not; Notzustand; Rückfall; Rückgang; Schwäche; Wende; Wendepunkt; Zusammenbruch; apolectischen Infarct
dépression	Krise; niedrige Konjunktur	Depression; Einsturz; Einstürze; Einstürzen; Flaute; Gemütsleiden; Geschäftsflaute; Geschäftsstille; Last des Lebens; Niedergang; Rückfall; Rückgang; Schwäche; Tief; Tiefkonjunktur; Traurigkeit; Trübsinn; Zusammenbruch
période critique	Krise; niedrige Konjunktur
recession	Krise; niedrige Konjunktur

Synoniemen voor "Krise":

Ausweglosigkeit; Bredouille; Dilemma; Klemme; Krisis; kritische Situation; Malaise; Misere; Not; Notlage; Problemsituation; Sackgasse; Schlamassel; schlimmer Zustand; schwierige Situation; Schwierigkeit; Zwangslage; Befindlichkeit; Konstitution; Stand; Status; Verfassung; Zustand

Wiktionary: Krise

Krise

noun

instabiler Zustand
- Krise → crise

Krise

noun

médecine|fr changement en bien ou en mal qui survient dans le cours d'une maladie et s'annonce par quelques phénomènes particuliers, comme une excrétion abondante, une hémorragie considérable, des sueurs, un dépôt dans les urines, etc.
- crise → Krise; Krisis

Cross Translation:

From	To	Via
• Krise	→ crise	↔ crisis — unstable situation in political, social, economic or military affairs
• Krise	→ crise	↔ crisis — traumatic or stressful change in a person's life